Heeft u onlangs nog wetenschapsnieuws in de krant zien staan dat niet bleek te kloppen of nogal opgeblazen conclusies leek te bevatten? Het komt allemaal door de wetenschappers, kan ik u vertellen.

In hun drang naar publiciteit bedelven zij het bureau van de wetenschapsjournalist onder ongenuanceerde persberichten over spectaculaire onderzoeksresultaten, die bij nader inzien vaak toch niet helemaal – of soms zelfs helemaal niet – blijken te kloppen. Aan de journalist de zware doch nobele taak het kaf van het koren te scheiden, en van de berichten die hij overhoudt het waarheidsgehalte te toetsen. De journalist ontdoet het bericht vervolgens van overdrijving en opklopperij en voorziet het van de context – dat is zijn missie. Het enige probleem is dat er dus nog altijd berichten zijn die door de screening heen glippen.

Dat was ongeveer – zij het wat ongenuanceerd en opgeblazen – het beeld dat dinsdag 21 september geschetst werd tijdens een debat in de Rode Hoed in Amsterdam, over het spanningsveld tussen wetenschap en journalistiek. Het is tevens het beeld dat blijft hangen uit de (schaarse) artikelen die kranten schreven over hun eigen rol in de vleeseters-fraude-affaire van twee weken geleden.

‘Wat mensen allang vergeten zijn, staat nog geschreven in bomen’
LEES OOK

‘Wat mensen allang vergeten zijn, staat nog geschreven in bomen’

Met haar boomboor onderzoekt Valerie Trouet woudreuzen en reconstrueert ze wat die allemaal hebben meegemaakt.

Een duidelijk verhaal, dat wel. Maar is het niet een wat eenzijdige voorstelling van zaken? Waarom klagen wetenschappers die wel eens in de krant hebben gestaan er dan juist altijd over dat de nuance verdwenen was, de conclusies overdreven werden, en de resultaten uit hun context waren gerukt?

Wetenschappers moet je niet geloven op hun blauwe ogen, vatte Trouw het debat samen. Want wetenschappers presenteren hun onderzoeksresultaten wel eens net iets mooier dan ze zijn. Wie er zelf bij was hoorde dat het zelfs nog erger is: De wetenschapper zou wel eens eigen belangen kunnen hebben!

Ik zal het niet tegenspreken. Natuurlijk heeft de wetenschapper eigen belangen. Zijn het niet zijn aandelen in de farmaceutische industrie, dan wel zijn citatie-scores, zijn prestatiedrang of simpelweg zijn langgekoesterde wens om zijn moeder op te kunnen bellen met de mededeling dat hij morgen in de krant staat.

Alleen: geldt dat voor de journalist niet net zo goed? Wat dacht u van – ik noem maar wat – verkoopcijfers, aantallen bezoekers op de website, adverteerders, abonnees, en de wens om dit keer wél eerder dan de concurrent met het baanbrekende nieuws te komen? Zou het niet kunnen dat de verleiding om de boel nét iets spectaculairder op te schrijven voor een journalist zelfs nog iets groter is dan voor de wetenschapper?

De wekelijkse rubriek ¨Twijfel¨ in de Volkskrant van Hans van Maanen geeft aan dat de wetenschap niet zo onfeilbaar is als deze zich wel eens wil doen voorkomen, werd bij herhaling gesteld in het debat. Klopt – alleen schrijft Van Maanen niet alleen kritisch over de wetenschap, maar óók over de verslaggeving over die wetenschap. En wie De Nieuwscheckers een beetje volgt (die o.a. een maandelijks rubriek in NWT-magazine hebben) ziet dat journalisten de wetenschapper vaak fout of onvolledig citeren, en hun berichten soms zelfs gewoon uit andere media bij elkaar sprokkelen.

Dit is geen frontale aanval op de wetenschapsjournalistiek. Er gaat veel goed, en bovendien is zowel in de krantenkiosk als op de internet-schappen het echte kaf vrij gemakkelijk te onderscheiden van het koren – dat heeft de lezer voor op de journalist die zich door de stapel persberichten heen moet werken. En natuurlijk zijn er de praktische obstakels (de krant moet gevuld, de deadline gehaald) en blijft het zoeken naar een evenwicht – wie een goed doortimmerd, genuanceerd en lang verhaal maakt dat zo saai is dat niemand het wil lezen schiet zijn doel ook voorbij. Ook dát hoort bij het spanningsveld waar de wetenschapsjournalist in moet manoeuvreren.

Alleen werden daar geen woorden aan vuil gemaakt in De Rode Hoed.
En dat was jammer.

NB De schrijfster van dit verhaal heeft een dubbele pet. Zij werkt twee dagen in de week als wetenschapper en twee dagen in de week als freelance wetenschapsjournalist. Aandelen bezit zij niet.