Echt, het is niets persoonlijks, ik kan het ook niet helpen. Amper is mijn vorige schermutseling met het NOS Journaal voorbij, of de volgende dient zich alweer aan.

Een redactie die geen benul heeft van wetenschap, vraagt er natuurlijk ook wel een beetje om.

Hoewel: als de voorzitter van het ‘Partnership Stop Roken’ op ‘Wereld Niet Roken Dag’ op de stoep staat met een door de farmaceutische industrie betaalde studie waaruit blijkt dat stoppen met roken een gewéldig succes is, zou je eigenlijk toch enige terughoudendheid mogen verwachten.

Hoe kunstmatige intelligentie de manier waarop we rouwen kan transformeren
LEES OOK

Hoe kunstmatige intelligentie de manier waarop we rouwen kan transformeren

Door de snelle ontwikkeling van kunstmatige intelligentie kunnen overledenen langer onder de levenden blijven – ­althans, virtueel.

Maar nee hoor. Kijkt u maar eens wat het journaal ervan maakte:

Dat ziet er solide uit. Hoogleraar aan het woord (overigens iemand met een prima staat van dienst), plausibel verhaal, kritisch vraagje erbij. En eerlijk is eerlijk, niet alleen het NOS Journaal, maar half journalistiek Nederland nam het bericht over.

Jammer alleen dat half journalistiek Nederland ook wel eens ongelijk kan hebben.

Dat begint er al mee dat niemand op het idee was gekomen het eigenlijke onderzoek, een publicatie in het overigens keurige vakblad Heart, zelf te lezen. Alleen NRC en ikzelf hebben dat gedaan.

Het NOS Journaal (en alle anderen) baseerden hun bericht dus op hearsay. En op een persbericht, waarin toch volstrekt onbegrijpelijke dingen stonden:

“In totaal noteerden de onderzoekers 2305 gevallen van acute hartstilstand. In de periode vóór invoering van de rookverboden was dit aantal 24 procent hoger. In de periode na invoering van de rookvrije werkplek daalde het aantal met 12 procent. Omgerekend in absolute aantallen zou dat betekenen dat in heel Nederland meer dan 16.000 gevallen van acute hartstilstand zijn voorkomen in de periode tussen 2004 en 2008.”

Snapt u het, dan snap ik het ook. Er is hier duidelijk flink gejongleerd met de cijfers.

Affijn. Hoe zit het dan wél?

Samen met acht collega’s had hoogleraar Onno van Schayck de hartstilstanden in Zuid-Limburg geturfd in drie periodes: 2002-2004 (voor de invoering van het rookverbod), 2004-2008 (er vlak na) en in 2008-2010 (na invoering van het rookverbod in de horeca).

Even puzzelen, en ziedaar: ‘een significante afname in hartstilstanden werd waargenomen in Zuid-Limburg.’ En dat allemaal ‘na de introductie van een landelijk rookverbod op de werkplek.’ Tadaaa!

Dan zou het alleen ook wel zo leuk zijn als er tussen die twee een oorzakelijk verband was: door het rookverbod minder hartstilstanden. Maar wat blijkt? De hartstilstanders waren mensen tot 75 jaar oud. Daar zitten hordes 65-plussers bij. Gepensioneerden. Mensen die helemaal geeneens een werkplek hébben.

Misschien zaten er bij die hartstilstandmensen trouwens ook werklozen, wao’ers, of mensen die in de buitenlucht werken. Dat zijn immers de mensen die het meeste roken en het ongezondst leven. Maar jammer-de-pammer: die informatie hadden de onderzoekers niet kunnen krijgen.

Net zo min trouwens als de informatie of de doden eigenlijk wel ‘passieve meerokers’ waren. Dat zijn immers de mensen die in theorie blijven leven door het rookverbod op het werk. Voorheen vielen ze bij bosjes dood neer, nu blijven ze leven.

Het causale verband tussen de rookvrije werkplek en de daling van de hartstilstanden rammelt dus aan alle kanten, en stiekem weten de onderzoekers dat best. Een beetje verstopt achterin de studie komt het hoge woord eruit:

“De resultaten van omgevingsstudies moeten altijd omzichtig worden geïnterpreteerd, omdat er factoren in het spel kunnen zijn waarmee de analyses geen rekening houden.”

De onderzoekers gaan nog even door met terugtrekkende bewegingen maken:

“Een beperking is dat we routineus verzamelde gegevens [van de hartstilstand-patiënten] hebben gebruikt, waarin individuele informatie over rookgedrag en blootstelling aan tweedehands rook ontbreekt. Dit maakt het onmogelijk om een onderscheid te maken tussen de effecten van een afname van roken en passief meeroken.”

Ik moet bekennen dat ik hier geestdriftig in de kantlijn van het artikel heb geschreven: ‘NOU, WAAROM DOEN JULLIE HET DAN??’

Er staat hier namelijk, in fraaie volzinnen: best leuke cijfers, maar je kunt er niks mee.

Goed. Er kregen in Zuid-Limburg dus minder mensen een hartstilstand, maar dat kan ook komen door heel andere dingen, bijvoorbeeld doordat men gewoon minder ging roken. Met de rookvrije werkplek lijkt het in elk geval niets te maken hebben: een aanzienlijk aantal slachtoffers was allang met pensioen.

Maar er is nog iets veel pijnlijkers. Want ís het aantal hartstilstanden wel afgenomen?

In 2002, schrijven de onderzoekers, was het aantal hartstilstanden in Zuid-Limburg 1,05 per 100.000 inwoners. In 2004 was dat aantal gestegen, tot 1,30 per 100.000 inwoners.

Daarna begon het aantal slachtoffers te dalen. De hartstilstanden zakten terug naar 1,14 per 100.000 inwoners (in 2008) en stegen daarna weer iets, tot 1,20 per 100.000 burgers (in 2010).

Ik hoop dat u niet zeeziek wordt van alle cijfers, want bedenk even wat dat betekent: de kans op een hartstilstand was het kleinst in 2002!

Toen er nog volop werd gerookt op het werk en het in de trein nog blauw zag van de sigarettenrook. Je zou toch haast zeggen: voer dat roken op de werkplek maar snel weer in.

De onderzoekers hebben echter een trucje gebruikt: ze hebben niet 2002, maar 2004 als beginpunt genomen. Slim, want toen was het aantal hartstilstanden op zijn hoogst. En zoals iedereen weet: als je hoog begint, kan het daarna alleen nog maar omlaag gaan.

Kijk eens… het aantal hartstilstanden daalt!

Het is zoiets als een kleed over een tafel leggen. Je kunt dan gaan wijzen op een rimpeltje in het tafellaken: ‘Kijk eens! Ik zie hier een stijging! Gevolgd door een afname!’

Maar je kunt ook zeggen: we hebben hier te maken met een tafel die plat is.

 

Zo ziet het ernaar uit dat de antirooklobby ons mooi in het ootje heeft genomen. Vroeger waren de tabaksfabrikanten de bad guys die strooiden met onzincijfers, tegenwoordig is die rol overgenomen door de antirokers met hun nicotinepleisters en hun nicotinekauwgom.

Want wat staat er helemaal onderaan de studie? Lees even mee: ‘this work was supported with an unrestricted educational grant by MIRO Innovation in smoke cessation.

Dat MIRO is weer een samenwerking tussen het onderzoekscentrum CAPHRI van Van Schayck en Pfizer. Inderdaad: het Pfizer van de antirookpil Champix, en de nicotinevervangers Nicorette en Nicotrol.

De missie is een andere (en een nobelere: mensen van het roken afbrengen), de leugens zijn hetzelfde.

En het NOS Journaal? Ik ben bang dat ik mijzelf moet herhalen: die kun je voor ieder karretje spannen met het woord ‘wetenschap’ erop.

Met zo’n tandenloze, brave loebas als journalistieke waakhond dansen de farmaceuten, de jokkebrokken en de cijfergoochelaars op tafel.