Amoebes zijn smeltkroezen van microbiële evolutie. Dat stellen Franse onderzoekers naar aanleiding van de isolatie van het zogenoemde ‘marseillevirus’, de nieuwste aanwinst in het rijtje buitensporig grote reuzenvirussen.

Wetenschappers van de Université de la Méditerranée in Marseille onderzochten de amoebe Acanthomoeba polyphaga toen ze in de amoebe op een nog onbekend virus stuitten, dat zij vernoemden naar de vindplaats. (Proceedings of the National Academy of Sciences, 14 dec 2009).

Bij nader onderzoek bleek het virus ook erfelijk materiaal te bevatten dat afkomstig lijkt van bacteriën, andere virussen en van de amoebe zelf, zo schrijven de Fransen in het vakblad Proceedings of the National Academy of Sciences. Een sterke aanwijzing dat een amoebe in feite een soort mengfabriek is voor genetisch materiaal, waarin uitwisseling plaatsvindt tussen genen van de amoebe, zijn virussen, bacteriën en parasieten.

‘Wat mensen allang vergeten zijn, staat nog geschreven in bomen’
LEES OOK

‘Wat mensen allang vergeten zijn, staat nog geschreven in bomen’

Met haar boomboor onderzoekt Valerie Trouet woudreuzen en reconstrueert ze wat die allemaal hebben meegemaakt.

“Dit maakt dat er een proces van permanente creatie aan de gang is, waardoor een nieuw repertoire van virussen kan ontstaan,” aldus hoofdonderzoeker Didier Raoult tegen het Franse persbureau AFP.

Reuzenvirus

Nadere analyse wees uit dat de biologen bovendien te maken hadden met niet zomaar een virus, maar met het virus met het op vier na grootste genoom dat tot op heden is gevonden. In totaal telde het erfelijk materiaal van het virus ruim 368.000 baseparen (genetische ‘letters’).

Daarnaast bevatte het virusdeeltje nog eens minstens 49 eiwitten en een handvol genetische boodschappermoleculen (mRNA’s). Het virus had een diameter van ongeveer 250 nanometer (miljoenste millimeter), ruwweg tienmaal zo groot als een verkoudheidsvirus.

Het marseillevirus blijkt genetisch sterk verwant aan eerder ontdekte reuzenvirussen: het mimivirus en het mamavirus.

Virussen werden tot voor kort gezien als kleine, gespecialiseerde objecten. De vondst van het mimivirus, zes jaar geleden in dezelfde amoebe, gaf aanleiding tot een andere gedachte: misschien is er wel helemaal geen scherpe scheidslijn tusen virussen en cellulaire organismes zoals bacteriën. Reuzenvirussen vertonen namelijk biologische complexiteit die vergelijkbaar is met simpele eencellige wezens.

Reuzenvirussen vormen tot op heden overigens voor zo ver bekend geen gevaar voor de gezondheid. “Ze kunnen uiteindelijk wel ziekteverwekkers worden, als ze zich specialiseren,” aldus Raoult.

Frans Corthals, Maarten Keulemans