Gisten die van nature in de menselijke mond voorkomen, houden elkaar in balans. Uit onderzoek blijkt dat als die balans goed is, ziekteverwekkende gisten niet de overhand kunnen nemen. Die ontdekking kan mogelijk leiden tot een nieuw medicijn tegen schimmelinfecties.

Schimmelinfectie
De Candida-schimmel (donkerroze) krijgt de overhand in een muizenmond.
Bron: Mukherjee et al (Creative Commons)

Een goede balans van eencellige schimmels (gisten) in de mond is belangrijk voor de gezondheid. Het zorgt er namelijk voor dat ziekteverwekkers niet de overhand nemen en infecties veroorzaken. Dat maken medicus Mahmoed Ghannoem en zijn collega’s deze week bekend in het vakblad Plos Pathogens. Door de orale micro-organismen van gezonde proefpersonen te vergelijken met die van hiv-geïnfecteerde mensen, vonden ze verschillen in de hoeveelheid gisten in de mond.

Gisten van het geslacht Candida kwamen bij beide groepen voor. Candida staat bekend als de veroorzaker van candidiasis: een schimmelinfectie die onder andere bij de genitaliën en aan de binnenkant van de mond kan voorkomen. Bij mensen met hiv is candidiasis een veelvoorkomende complicatie, omdat de hiv-infectie de microbiële balans van patiënten aantast.

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’
LEES OOK

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’

Psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx onderzoekt het verband tussen mentale en lichamelijke gezondheid.

Door het DNA in orale monsters van proefpersonen te analyseren konden de wetenschappers alle aanwezige gisten vinden. Uit de analyse kwam voort dat Candida-schimmels in grotere getalen voorkomen bij hiv-patiënten, en minder bij ongeïnfecteerde proefpersonen. Bovendien waren Pichia-schimmels veel uitbundiger aanwezig bij gezonde individuen dan bij mensen met hiv.

Hieruit concludeerden Ghannoem en collega’s dat de twee gistsoorten een vijandige relatie moeten hebben. Uit een laboratioriumonderzoek bleek dat Pichia-gisten de ziekteverwekkende Candida-gisten op meerdere manieren kunnen remmen. De ziekteverwekker kon niet groeien als hij samen met de andere gist moest leven. Ook hinderde de ‘goede gist’ de ‘slechte’ door ervoor te zorgen dat hij geen schimmeldraden kon maken en geen grip kon krijgen op de plek waar hij wilde groeien.

Naast het laboratoriumexperiment, wilden de onderzoekers ook kijken wat er gebeurt op de tongen van levende muizen. De wetenschappers maakten lichte krasjes op de tongen om ze vervolgens te infecteren met Candida. Na de besmetting behandelden ze de muizen drie dagen met Pichia. Na de behandeling euthanaseerden de onderzoekers de muizen om hun tongen te bekijken.

De onbehandelde tongen lieten zien dat Candida veel schimmeldraden maakte op en in het weefsel van de tong. Bij de behandelde muizentongen waren er bijna geen schimmeldraden te zien.

“Op een dag kan dit leiden tot een standaard behandeling voor Candida-infecties. Bovendien kunnen we schimmelcomplicaties voorkomen bij patiënten met een auto-immuunziekte zoals hiv”, zegt Ghannoem.

Lees verder: