Meer dan ooit worden we belaagd met een overdaad aan informatie. Knipperende lichten, grote letters en flitsende schermen claimen elk moment van de dag onze aandacht. Stefan van der Stigchel, promovendus aan de VU en hoofddocent experimentele psychologie aan de Universiteit Utrecht, onderzoekt hoe onze aandacht werkt.

In zijn boek Zo werkt aandacht: opvallen, kijken en zoeken in een wereld vol afleiding bespreekt hij waarom het soms zo moeilijk is onze aandacht van onbelangrijke dingen los te rukken en hoe het komt dat we zaken totaal over het hoofd zien.

Wat is aandacht precies?
‘We worden dagelijks gebombardeerd met gigantische hoeveelheden visuele informatie. Die kunnen we niet allemaal verwerken. Dat zou ook erg inefficiënt zijn omdat veel van die informatie voor ons helemaal niet relevant is. Daarmee is aandacht een soort selectiefilter waarbij je enkel wat doet met de belangrijkste informatie en de rest negeert.’

Hoe komt het dat dan we soms aandacht hebben voor dingen waar we geen aandacht aan willen besteden?
‘Het is een soort strijd tussen je taak en de prikkels  van buitenaf. Stel je bent in de supermarkt voor een pak melk. Tijdens deze taak proberen allerlei externe prikkels, zoals reclames, je af te leiden. Deze vaak abrupte, opvallende prikkels breken als het ware in op de taak.

Wanneer is een tentje afwijkend genoeg om het terug te vinden?
Wanneer is een tentje afwijkend genoeg om het terug te vinden?

‘De mens is erg goed in het oppikken van abrupte veranderingen. Evolutionair gezien is dat natuurlijk erg handig, bij gevaar kunnen we snel reageren.Maar het zorgt er wel voor dat je op dat moment afgeleid kunt worden door informatie die voor jou niet relevant is, omdat het voldoet aan de criteria die we hanteren om te bepalen of iets belangrijk zou kunnen zijn.’

Waarom missen we soms dan juist heel opvallende dingen?
‘Je aandacht wordt gestuurd door je eigen taak, invloeden van buitenaf, maar ook jouw verwachting van een bepaalde situatie. Zo noem ik in mijn boek een slagboom op de snelweg. Op het moment dat je op de snelweg rijdt, verwacht je geen slagboom. In 99 procent van de gevallen gaat het goed, het is immers duidelijk aangegeven, maar er botst weleens iemand tegenaan. Je bent ingesteld op het autorijden, en binnen die ‘setting’ past doorgaans niet het reageren op stilstaande voorwerpen.’

Zo werkt aandacht Stefan van der Stigchel €18,50 Bestel in onze webshop
Zo werkt aandacht
Stefan van der Stigchel
€18,50
Bestel in onze webshop

Waarom is het zo gemakkelijk om naar een scherm te kijken?
‘Je zult geen last hebben van een beeldscherm als het aan een muur vol beeldschermen hangt. Dan is het niet opvallend. Opvallendheid is erg afhankelijk van de omgeving waarin iets gepresenteerd wordt. In een woonkamer is zo’n scherm met al die bewegende beelden heel opvallend tussen het statische meubilair. Bewegende informatie geeft constant nieuwe, afleidende prikkels die je bijna niet kunt negeren.’

Wanneer is iets opvallend?
‘Ten eerste kan iets afwijkend zijn op basis van kenmerken zoals kleur, vormen oriëntatie. Een groen tentje op een festival valt op tussen een zee van rode tentjes.Maar er zijn ook meer evolutionaire processen die aandacht trekken, zoals gezichten. Ook zijn we erg geneigd de kijkrichting van mensen te volgen. Dat zie je ook terug in veel reclames. Verder hangt het af van de situatie waarin je zit. Heb je bijvoorbeeld erge honger, dan heb je bewust of onbewust meer aandacht voor eten.’

Wanneer is iets, bijvoorbeeld je tentje op een festival, afwijkend genoeg om het gemakkelijk terug te vinden?
‘Iets moet categorisch anders zijn. De vorm van twee tentjes is natuurlijk nooit precies gelijk, maar vaak vallen ze voor ons brein wel in dezelfde vormcategorie. Ook met kleur is dit het geval, twee tinten groen verschillen niet genoeg van elkaar. Het moet echt in een andere categorie vallen, dan trekt het de aandacht. Soms ligt dat in een grensgebied en werkt het voor de een wel en voor de ander juist niet.’

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.

Lees verder: