Pi heeft oneindig veel decimalen. De grootste pi-nuts kennen tientallen, honderden of misschien wel duizenden daarvan uit het hoofd. Maar wat heb je daaraan, behalve dat je tijdens feestjes je gasten onder de indruk kan maken (of misschien waarschijnlijker: meelijwekkende blikken zal incasseren)?

Niet veel, volgens wetenschapsblogger Numberphile. In het dagelijks leven is een handjevol decimalen meer dan genoeg. Maar ook voor grote opgaven mag je de eindeloze reeks getallen achter ‘3,14’ best vergeten. Zelfs als je de omtrek van het zichtbare heelal wilt berekenen kun je met slechts 38 decimalen aardig uit de voeten. Je gebruikt dan de welbekende formule ‘omtrek = 2 x pi x straal’. Als je het verschil bekijkt tussen een berekening met de ‘echte’ pi en de pi die na 39 cijfers is afgekapt, is dat getal kleiner dan de grootte van een waterstofatoom.

‘Wat mensen allang vergeten zijn, staat nog geschreven in bomen’
LEES OOK

‘Wat mensen allang vergeten zijn, staat nog geschreven in bomen’

Met haar boomboor onderzoekt Valerie Trouet woudreuzen en reconstrueert ze wat die allemaal hebben meegemaakt.

Slecht nieuws dus voor de pi-fanatiekelingen die net getalletje 40 uit het hoofd hebben geleerd. Je zal hem nooit nodig hebben. Behalve als je werkt met computers of als je een rasechte wiskundige bent. Waarom je pi dan wel intact wil houden, ontdek je in bovenstaande video.