Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Ellen Weerman, lector klimaatrobuuste landschappen bij de HAS Green Academy in Den Bosch.
‘Als lector klimaatrobuuste landschappen sta ik bijna letterlijk met mijn poten in de modder. Of beter gezegd, met mijn voeten in het zand. Waar een hoogleraar aan de universiteit fundamenteel onderzoek doet, is een lector het hogeschool-equivalent voor meer toegepast onderzoek.
Ik onderzoek hoe we het landschap inrichten en gebruiken, zodat er geen wateroverlast of -tekort ontstaat, en waarbij natuur, landbouw en ook de mensen uiteindelijk goed samengaan. Bij praktijkgericht onderzoek gaat het vooral om de toepassing. Ik ga met verschillende partijen in gesprek en breng in kaart waar zij tegenaan lopen. Een van die bijeenkomsten leidde bij mij tot een heus eurekamoment.
‘Pijn werkt verschillend bij mannen en vrouwen’
Mannen en vrouwen ervaren pijn op een verschillende manier. Artsen moeten zich hier meer van bewust zijn, stelt Esmeralda Blaney Davidson.
Ik was in de gemeente Land van Cuijk, waar boeren, onderzoekers van onder andere het waterschap en vertegenwoordigers van boerenorganisaties samen waren gekomen om te praten over de verdrogingsproblematiek. Die speelt in dit gebied op de hoge zandgronden enorm.
Dit soort gesprekken zijn vaak al gepolariseerd omdat de partijen van landbouw en natuur vaak op voorhand al hun oordeel klaar hebben. Zo ook bij deze bijeenkomst. Totdat een boer, die tot dan toe nog niet heel enthousiast was, opstond en zei: ‘We moeten niet met de ruggen naar elkaar staan, maar elkaar in het gezicht kijken en in gesprek gaan’.
Eureka, dacht ik. Dit is precies de rol die we als praktijkgerichte onderzoeker moeten oppakken, om het gesprek tussen verschillende belanghebbenden in de praktijk op gang te brengen. Alleen zo kunnen we de broodnodige transitie naar biodiverser en klimaatveerkrachtiger landschappen maken, waar natuur en landbouw samenkomen.
En zeker ben ik positief over de toekomst. Ik zie een groeiende groep boeren en natuurbeheerders hetzelfde beseffen.’