Keplers supernova, die in 1604 te zien was, is een van de bekendste ontploffende sterren ooit. Sterrenkundigen denken nu dat de ster, die op dit moment in onze Melkweg huist, mogelijk een indringer vanuit een ander sterrenstelsel was.

Een van de beroemdste ontploffende sterren die ooit door mensen is gezien, was mogelijk een indringer uit een ander sterrenstelsel. Dit blijkt uit een nieuwe analyse van de bewegingen van haar restanten. Zulke binnendringende sterren zouden zelfs de oorzaak kunnen zijn van 1 procent van alle supernovae die we zien in het universum.

Keplers ster

In 1604 zagen sterrenkundigen een nieuwe, superfelle ster verschijnen aan de hemel, die helderder straalde dan alle andere sterren. De Duitse sterrenkundige Johannes Kepler, bekend vanwege de door hem geformuleerde wetten voor planeetbewegingen, observeerde de nieuwe ster een jaar lang. Hij hield bij hoe de helderheid ervan vervaagde. De ster werd later naar hem vernoemd.

Het Grote Kosmische Inslag-spel: kun jij een ramp voorkomen?
LEES OOK

Het Grote Kosmische Inslag-spel: kun jij een ramp voorkomen?

Wat moet de mensheid doen wanneer een planetoïde op de aarde afstevent? ...

Pas later realiseerden sterrenkundigen zich dat de plotselinge helderheid en het daarop volgende dimmen van Keplers ster een supernova – de explosie van een stervende ster – moet zijn geweest. Tegenwoordig is alleen nog het zogeheten supernovarestant te zien: de bel van uitzettend gas die overbleef na de explosie.

In de jaren zeventig ontdekten sterrenkundigen dat dit restant zich met hoge snelheid van het midden van de Melkweg af beweegt. ‘Het is al een paar decennia bekend dat het deze rare beweging vertoont’, zegt sterrenkundige Ping Zhou van de Nanjing-Universiteit in China. ‘Het is bezig om uit de Melkweg te ontsnappen en beweegt daarbij met hoge snelheid in onze richting.’

Indringer

Zhou en haar collega’s hebben nu opnieuw de bewegingen van Keplers ster bestudeerd en concluderen dat de ster waarschijnlijk uit een ander sterrenstelsel afkomstig is. Daarmee is dit het eerste voorbeeld van wat ze een alien supernova noemen.

Het onderzoeksteam maakte eerst een reconstructie van de beweging van Keplers ster met meetgegevens van het gas in het restant. Daarna vergeleken ze dit met de beweging van omliggende sterren. Ze gebruikten hiervoor meetgegevens van de Gaia-ruimtetelescoop, die miljarden sterren in Melkweg heeft geobserveerd.

De onderzoekers ontdekten met hun reconstructie dat Keplers ster veel sneller en in een andere richting langs de hemel beweegt dan de buursterren, die waarschijnlijk allemaal een vergelijkbare herkomst hebben. Dit suggereert dat Keplers ster afkomstig is uit een kleiner satellietsterrenstelsel – een sterrenstelsel dat in een baan rond een groter sterrenstelsel beweegt – dat is samensmolten met de Melkweg, zegt Zhou.

Opgeslokte sterrenstelsels

Zhou en haar collega’s berekenden ook hoe vaak deze alien supernovae zouden kunnen optreden, op basis van de hoeveelheid kleinere sterrenstelsels die de Melkweg in zijn leven heeft opgeslokt en de snelheid waarmee sterren zich hierin vormen. Ze concludeerden hieruit dat er elke 60.000 jaar wel een paar alien supernovae zouden moeten optreden. Dit is ongeveer 1 procent van het totale aantal supernovae dat we zien in de Melkweg.

‘Het idee dat sommige supernovae in ons sterrenstelsel afkomstig zijn van sterren uit satellietsterrenstelsels die door de Melkweg zijn opgeslokt snijdt hout’, zegt sterrenkundige Or Graur van de universiteit van Portsmouth in het Verenigd Koninkrijk, die niet bij het onderzoek betrokken was. Hij vindt ook het berekende aantal alien supernovae logisch.

Verouderde meetgegevens

Maar de conclusie dat Keplers ster zo’n alien supernova is, is minder overtuigend, zegt Graur. De onderzoekers gebruikten namelijk meetgegevens van het supernovarestant uit de jaren zeventig en jaren negentig. ‘Je kunt een groot verschil in precisie zien tussen de meetgegevens uit de jaren zeventig en die uit de jaren negentig’, zegt Graur.

‘We moeten er niet van uitgaan dat oude meetgegevens fout zijn’, zegt Zhou in reactie daarop. ‘Ze hebben een grotere meetonzekerheid, maar zijn nog steeds relevant. De supernova is pas 400 jaar oud, dus verandert nog erg snel. Als er historische meetgegevens van zijn, dan zijn deze nog steeds erg waardevol.’