Het begint er steeds meer op te lijken dat de uitbraak van het nieuwe coronavirus toch niet is begonnen op de vismarkt in Wuhan. Het vinden van de bron kan een volgende pandemie helpen voorkomen.
Terwijl de wereld vecht om de coronapandemie onder de duim te krijgen, blijft er een mysterie bestaan: hoe en wanneer is het virus overgedragen op de mens? Er beginnen twijfels te ontstaan over het idee dat dit gebeurde op de Huanan-vismarkt in het Chinese Wuhan in december. Onderzoekers proberen nu te achterhalen wat de echte bron is. Daarmee hopen ze te kunnen voorkomen dat andere, nieuwe coronavirussen in de toekomst pandemieën veroorzaken.
Toch niet in december
Volgens een onderzoek naar de eerste 41 ziekenhuisopnamen van mensen met het coronavirus, was een man die op 1 december 2019 symptomen vertoonde de eerste coronapatiënt. In tegenstelling tot de meerderheid van de eerste groep patiënten had hij geen enkel verband met de Huanan-vismarkt.
‘Er komt een moment dat we een grieppandemie niet kunnen voorkomen’
Ron Fouchier staat aan de frontlinie in de strijd tegen de griep. Met nieuwe vaccins wil hij ons beschermen tegen toekomstige pandemieën.
Sindsdien is niemand in staat om te bevestigen waar hij het virus heeft opgelopen. Ook is het onduidelijk of hij echt de eerste persoon was die het virus opliep. Een andere analyse van de eerste 425 coronapatiënten, in januari uitgevoerd door het Chinese centrum voor ziektebeheersing en -preventie en de Chinese nationale gezondheidscommissie, plaatst de eerste bevestigde besmetting een week later: op 8 december.
Maar nieuw bewijs lijkt erop te wijzen dat de uitbraak al voor december begon. Analyse van het virale genoom – het volledige genetische materiaal van het virus – doet vermoeden dat het virus al in november van dier op mens is overgedragen. Maar het zou zelfs al in september gebeurd kunnen zijn.
Longontsteking
Deze resultaten zijn in lijn met een bericht in de South China Morning Post waarin documenten worden aangehaald van de Chinese overheid. Deze wijzen erop dat de eerste coronabesmetting plaatsvond bij een 55-jarige persoon uit de provincie Hubei, die het virus op 17 november opgelopen lijkt te hebben.
De eerste gemelde gevallen, die dateren van december, werden gerapporteerd door artsen uit Wuhan die een surveillance protocol volgden dat was opgezet om longontstekingen met onbekende oorzaak in kaart te brengen. Dit systeem is opgezet na de SARS-uitbraak in 2002-2003 om nieuwe virussen te kunnen opsporen.
Voor zover we bij New Scientist konden nagaan, richtten de eerste inspanningen van de Chinese autoriteiten zich vervolgens vooral op mensen met een virale longontsteking die traceerbare verbanden of contacten hadden met de Huanan-markt.
Deze focus op longontstekingen kan ervoor hebben gezorgd dat veel milde, vroege besmettingen gemist zijn. In december was de infectie waarschijnlijk al tot buiten Wuhan verspreid. Een onderzoek onder zes kinderen die het coronavirus hadden opgelopen, leidde tot de identificatie van een meisje dat op 2 januari symptomen ontwikkelde. Zij en haar familie wonen in Yangxin, meer dan 150 kilometer verwijderd van Wuhan. Geen van hen was gedurende de maand voordat zij ziek werd buiten de provincie geweest. Onderzoekers konden niet achterhalen hoe ze besmet was geraakt.
Veel dieren met coronavirussen
Een verklaring hiervoor kan zijn dat het virus meerdere keren van dieren op mensen is overgesprongen. Vleermuizen worden ervan verdacht dat ze een ‘reservoir’ zijn voor het coronavirus, maar dierenarts Richard Kock van het Royal Veterinary College in Londen zegt dat het hoogst onwaarschijnlijk is dat je het virus kunt oplopen door een toevallige ontmoeting met een vleermuis. Een aannemelijkere verklaring is dat andere dieren als intermediair dienden. Deze dieren versterkten het virus en maakten het mogelijk om meerdere mensen te besmetten via een methode van ‘vallen en opstaan’, zegt hij.
Het coronavirus lijkt in staat te zijn een groot scala aan dragers te infecteren. Uit labonderzoeken blijkt dat resusapen en fretten gemakkelijk geïnfecteerd raken. Ook zouden Javaanse schubdieren een intermediaire drager kunnen zijn, omdat ze al andere coronavirussen bij zich dragen die vergelijkbaar zijn met het nieuwe coronavirus waar we nu mee kampen. Genetische analyse leidde tot de vondst van coronavirussen in schubdieren die voor meer dan 90 procent overeenkomen met het nieuwe coronavirus, maar geen van allen lijken ze er genoeg op om de directe voorloper te zijn.
Het is op dit moment onduidelijk of de Huanan-markt een rol heeft gespeeld bij het overdragen van het virus van dieren op mensen. ‘Het probleem is dat de meeste genomen monsters op de vismarkt inmiddels vernietigd zijn’, zegt infectioloog Shan-Lu Liu van de Ohio State-universiteit in de Verenigde Staten.
Patient zero
‘Het is nog steeds mogelijk dat de besmetting op de vismarkt het gevolg was van geïnfecteerde mensen die daar werkten in plaats van een dierlijke bron’, zegt medisch statisticus Benjamin Cowling van de Universiteit van Hong Kong.
De markt is er ook maar een van 400 in Wuhan. ‘Als er een populatie is geweest van besmette dieren die zijn geleverd aan 400 markten, en direct aan restaurants, dan zijn er enorm veel gelegenheden geweest voor het virus om over te springen’, zegt Kock.
Nu het virus zich over de hele wereld heeft verspreid door van mens op mens over te springen, denken sommigen dat de jacht op patient zero – de eerste persoon die geïnfecteerd raakte – relatief onbelangrijk is. ‘Op dit punt in de epidemie is het niet het belangrijkst om te weten waar het vandaan komt’, zegt epidemioloog Julien Riou van de Universiteit van Bern in Zwitserland.
Pandemieën voorkomen
Maar Kock vindt het identificeren van de bron van de uitbraak cruciaal. Zeker gegeven het feit dat er drie coronavirussen – SARS, MERS en het nieuwe coronavirus – de kop op hebben gestoken sinds 2002. ‘In evolutionaire termen is dat in microseconden’, zegt hij. ‘Het risico dat dit soort dingen gebeurt is enorm vergroot. Daar moeten we grip op krijgen.’
Meer kennis over hoe het nieuwe coronavirus op mensen is oversprongen, kan helpen dit soort gebeurtenissen in de toekomst te voorkomen, zegt Cowling.