Amerikaanse microbiologen hebben het risico op salmonellabesmetting via onze huisdieren onderzocht. Ze concludeerden dat er uitwisseling kan plaatsvinden tussen mens en hond en roepen op om hier toezicht op te houden.

Als jij jouw hond als onderdeel van de familie ziet, ben je niet de enige. Maar zo dicht op elkaar leven, brengt risico’s met zich mee. Een groep Amerikaanse microbiologen onderzocht bacteriemonsters afkomstig van mensen en honden die ziek waren geworden door een salmonellabacterie. Ze vergeleken het DNA van de bacteriën om te bepalen of deze over konden springen van hond op mens of andersom. Een vijfde van de monsters die afkomstig waren van mensen, leek veel op minstens één van de monsters afkomstig van honden.

De biologen onderzochten ook hoeveel van deze salmonellabacteriën resistent waren tegen antibiotica. Alle bacteriestammen bleken antibioticaresistente genen te bevatten.

Mensen kunnen ontregeld raken door koude winters
LEES OOK

Mensen kunnen ontregeld raken door koude winters

Biowetenschapper Esmée Essers ontdekte dat de omgevingstemperatuur echt invloed heeft op onze gezondheid.

Gevaarlijk gezelschap

Salmonella is een bacterie die zich in de darmen van sommige dieren bevindt. Koeien, varkens en kippen kunnen de bacterie met zich meedragen, maar worden er vaak niet ziek van. Wanneer de bacterie onze darmen infecteert, worden we wel ziek. Meestal gebeurt dit wanneer mensen rauw vlees of rauwe eieren eten, of wanneer ze rauwe producten aanraken en daarna niet goed hun handen wassen.

Ook huisdieren, waaronder honden, kunnen besmet raken met salmonella. Maar omdat zij daar niet altijd ziek van worden, heb je als baasje niet altijd door dat je hond besmet is en jou vervolgens ook kan besmetten. Hoewel er veel aandacht is voor het gevaar van rauw vlees en rauwe eieren voor mensen, vergeten we volgens de onderzoekers vaak dat ook onze eigen dieren een risico vormen voor onze gezondheid. 

Om dat risico in te schatten, analyseerden de onderzoekers het genetisch materiaal van 77 monsters van mensen en 87 monsters van honden die een salmonella-infectie hadden opgelopen. De honden- en mensenmonsters die de onderzoekers gebruikten, kwamen uit verschillende databanken. Van welke dieren en mensen ze precies afkomstig waren en of die samen in een huis woonden, was daardoor niet duidelijk.  

De onderzoekers bepaalden hoeveel de salmonellabacteriën bij mensen en honden op elkaar leken en hoe resistent ze waren tegen antibiotica. De resultaten publiceerden ze in het wetenschappelijk tijdschrift Zoonoses and Public Health.

Rauw voer

Zestien van de monsters van mensen leken op minstens één bacteriestam die ook bij honden voorkwam. In zulke gevallen is het mogelijk dat zo’n bacterie zich vanuit honden naar mensen heeft kunnen verspreiden. Maar het zou net zo goed kunnen dat een salmonellabacterie zich van een mens naar een hond heeft verplaatst. Dát stammen overeenkomen, zegt niks over de richting van de besmetting.

Bovendien kunnen honden en mensen besmet raken door een gemeenschappelijke bron. Veterinair microbioloog Els Broens van de Universiteit Utrecht: ‘Veel mensen voeren hun huisdieren rauw vlees. Als dat besmet is met salmonella en je maakt dat met je blote handen klaar, dan word jij samen met je huisdier blootgesteld aan die bacterie.’

Wanneer verschillende bacteriestammen veel op elkaar leken, viel daarom alsnog niet te concluderen of er bij de onderzochte monsters inderdaad sprake is geweest van salmonellaoverdracht van hond op mens, mens op hond of van een gezamenlijke bron.

Resistentietoezicht

De onderzoekers keken ook naar de mate van antibioticaresistentie. Alle bacteriestammen bevatten genen die ze resistent maken tegen antibiotica. Sommige bezaten genen die ervoor zorgen dat één antibioticum niet meer werkt, andere hadden meer resistentiegenen, waardoor verschillende antibiotica niet meer werkzaam waren.

Wanneer je een infectie oploopt met zo’n bacterie kunnen niet alle antibiotica die meer verhelpen. De onderzoekers roepen daarom op om voortdurend toezicht te houden op antibioticaresistente ziekteverwekkers, ook bij huisdieren.

Maar volgens Broens is het niet nodig om echt alarm te slaan. ‘Darmbacteriën zoals salmonella dragen eigenlijk altijd wel één of twee resistentiegenen bij zich. Meestal zijn er genoeg antibiotica die nog gewoon werkzaam zijn. Bovendien is een behandeling met antibiotica niet altijd nodig.’

Gedragsregels

Broens denkt wel dat het goed is om stil te staan bij de manier waarop wij met onze huisdieren omgaan. ‘Voor veel mensen is de hond een extra gezinslid, maar je moet wel hygiënisch met de hond en elkaar omgaan. Je mag best knuffelen en aaien, zolang je daarna je handen wast.’

Ook nadat je eten voor je hond hebt klaargemaakt, moet je je handen wassen. Zeker wanneer je je hond rauw vlees voorschotelt. Maar het liefst ziet Broens dat je je huisdier überhaupt geen rauwe producten voert. ‘We hebben hele goede diervoeding. Daar zit alles in wat je nodig hebt en het is ook nog eens microbiologisch veilig.’

Door voor veiligere voedselopties te kiezen, wordt de kans dus kleiner dat jij of je hond last krijgt van salmonella. Bij andere dieren geldt dit niet. Zo kunnen reptielen standaard een salmonellabacterie bij zich dragen. Daarom is het extra belangrijk dat reptielbaasjes de hygiëneregels in achtnemen. Niet alleen wanneer ze hun leguaan of schildpad aaien, maar ook wanneer ze hun hok schoonmaken. 

Microboosdoeners

De monsters uit het onderzoek waren afkomstig van Amerikaanse databanken die infectie door salmonella monitoren. In Nederland gebeurt dit ook. Wanneer dierenartsen een ziek dier behandelen en willen kijken of een virus of bacterie de boosdoener is, kunnen ze een monster opsturen voor onderzoek. In het lab waar Broens werkt, testen ze monsters van zieke honden en katten. Per jaar onderzoeken ze daar van zo’n zeshonderd dieren of ze salmonella hebben. Gemiddeld test daarvan één tot drie procent positief.

Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) monitort sinds kort alle salmonellabesmettingen bij huisdieren. Dat doen ze al langer bij besmettingen bij mensen. Als die gegevens overeenkomen, kan het RIVM uitzoeken of huisdieren en mensen elkaar besmet hebben, of dat er sprake is van een gezamenlijke besmettingsbron.

Meer dan salmonella

Salmonella is niet de enige ziekteverwekker die tussen dieren en mensen kan springen. In haar lab ziet Broens bijvoorbeeld besmettingen met campylobacter, een andere bacterie die voorkomt in de darmen van dieren en in rauw vlees kan belanden.

Volgens Broens is de meest voorkomende ziekte die van huisdier naar mens kan overgaan ringworm. Dat is eigenlijk geen worm, maar een schimmel. Hij komt vaak voor bij katten en cavia’s. Broens: ‘Als je lekker knuffelt met je cavia of kat, krijg je zelf ook ronde, jeukende plekken. Je wordt er niet heel ziek van, maar het is wel vervelend en je krijgt het niet makkelijk weg.’

Voor andere ziekteverwekkers moet je meer uitkijken. Toxoplasmose, een ziekte die veroorzaakt wordt door een parasiet die in kattenpoep kan zitten, is bijvoorbeeld voor de meeste mensen niet gevaarlijk. Maar als zwangere vrouwen met de parasiet in aanraking komen, lopen ze risico op een miskraam. Het RIVM adviseert vrouwen dan ook om tijdens de zwangerschap het verschonen van de kattenbak uit te besteden.