Nanotechnologie belooft duizendmaal meer opslagcapaciteit in harde schijven. Dat resultaat leverde het Europese Mafin-project, geleid door Manfrecht Albrecht van de technische universiteit in Chemnitz. Het nu gestarte Teramagstor-project moet de vertaling van het fundamentele onderzoek naar een werkende harde schijf maken, meldt ICT Results.


Voor het nieuwe geheugenmateriaal spreiden de onderzoekers een oplossing van siliciumbolletjes in alcohol op een oppervlak. De bolletjes, met een diameter van 25 nanometer (veertigmiljoenste meter) rangschikken zich regelmatig, eventueel geholpen door kleine putjes die van tevoren met een röntgenstraal in het oppervlak zijn geëtst. Een laagje van de legering ijzerplatina bovenop de bolletjes levert een magnetische laag.

Huidige harde schijven herbergen korreltjes die weliswaar kleiner zijn, zo’n zeven nanometer in doorsnee, maar een enkele bit bestaat daar uit zo’n zeventig van die korrels. In het nieuwe geheugenmateriaal is een dichtheid mogelijk van een terabit (duizend gigabit) per vierkante inch, of zelfs nog hoger als de onderzoekers kleinere bolletjes toepassen. Een van de uitdagingen is het zoeken naar een keramisch materiaal dat de glasplaat in bestaande harde schijven vervangt. Daarnaast vereist het vastleggen van bits in de ijzerplatina-laag een sterker magneetveld in de schrijfkop.

‘Fossiele samenwerking is nodig voor een snelle energietransitie’
LEES OOK

‘Fossiele samenwerking is nodig voor een snelle energietransitie’

Universiteiten moeten hun samenwerking met de fossiele industrie niet stopzetten, vindt scheikundige Marc Koper. Dat vertraagt de energietransitie.

Erick Vermeulen

ICT Results