De nicotine uit een enkele sigaret verandert langdurig het beloningsgebied van de hersenen. Een NWO-onderzoeker te gast in Chicago publiceert deze bevinding met zijn collega vandaag in het vakblad Neuron.


Nicotine versterkt de verbindingen tussen een groep zenuwcellen die gevoelig is voor nicotine en een groep zenuwcellen die plezier waarneemt. Een eerste blootstelling aan nicotine versterkt al het bevredigende gevoel en zorgt voor de wens tot herhaling. Dit ontdekte dr Huib Mansvelder met zijn Amerikaanse collega dr Daniel McGehee aan de universiteit van Chicago. Mansvelder verblijft daar dankzij een beurs van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De Amerikaanse National Institute of Neurological Disorders and Stroke en de Amerikaanse Brain Research Foundation financieren mede hun onderzoek.

Iedereen weet dat roken kanker, hartklachten, longemfyseem, bronchitis, impotentie en andere gezondheidsproblemen kan veroorzaken. Toch is stoppen erg moeilijk. Met hun ontdekking denken beide onderzoekers dat ze de hoofdreden hebben gevonden waarom stoppen met roken zo moeilijk is. Het ligt aan de nicotine.

Dat was lekker
Mansvelder en McGehee voerden hun onderzoek uit met rattenhersenen. Nicotine brengt daar langdurige veranderingen in het beloningsgebied aan. Dat gebeurt via hetzelfde mechanisme als waarmee de hersenen in het algemeen leren en herinneringen vastleggen. Het beloningsgebied zorgt dat we voor goed gedrag beloond worden. Als we eten terwijl we honger hebben bijvoorbeeld, dan moedigt het systeem ons aan: “Dat was lekker, nog een keer!” Nicotine doet, helaas voor mensen die van hun verslaving afwillen, hetzelfde. Dit mechanisme lijkt de cruciale stap bij het ontstaan van rookverslaving.

Het herinneren van dingen, sensaties en gezichten berust op het versterken van de verbindingen tussen zenuwcellen in de hersenen. Zenuwcellen communiceren met elkaar via synapsen. In die contactpunten brengen chemische verbindingen signalen over. Frequent gebruik van zo'n synaps versterkt de communicatie tussen twee zenuwcellen. De ontvangende zenuwcel raakt na verloop van tijd beter ingespeeld op de zenuwcel die een signaal verstuurt, terwijl de signalen ook nog eens sterker zijn dan voorheen. Doordat nicotine de stimulerende zenuwcellen in het beloningsgebied activeert, versturen ze meer signalen. De ontvangende zenuwcellen, die genot registreren, worden daardoor voor lange tijd gevoeliger en actiever.

Mansvelder en McGehee vonden dat nicotine slechts op een specifiek deel van de synaps effect heeft, namelijk op de acetylcholinereceptoren van de verzender, of nog preciezer, de alfa-7-eenheid van de receptor. Deze ontdekking biedt perspectieven voor de ontwikkeling van medicijnen tegen rookverslaving. Een geneesmiddel zou bijvoorbeeld specifiek kunnen inwerken op die alfa-7-eenheid, en daarmee de receptor minder ontvankelijk maken.

Erick Vermeulen