Diemen (NL) – De Nobelprijs voor geneeskunde en fysiologie 2002 gaat naar drie onderzoekers die hebben bijdragen aan het ons begrip van de genetische regulatie van de ontwikkeling van organen en de geprogrammeerde celdood.


De Amerikanen Sydney Brenner en H. Robert Horvitz en de Brit John E. Sulston zullen in december de Nobelprijs 2002 ontvangen voor hun onderzoek aan de nematode Caenorhabditis elegans. Dit wormpje is een zeer eenvoudig organisme. Van de ruim duizend cellen die ontstaan tijdens de ontwikkeling van de worm uit één cel, blijken er 131 zeer reproduceerbaar dood te gaan. Deze natuurlijke celdood wordt geregeld door de genen van de worm en is van belang voor de juiste ontwikkeling. De volwassen worm heeft 959 cellen.
Sydney Brenner besefte begin jaren zestig dat een eenvoudig organisme nodig was om fundamentele vragen over celdifferentiatie en de ontwikkeling van organen te beantwoorden. Hij koos voor de nematode Caenorhabditis elegans. Die heeft een lengte van een millimeter en is doorzichtig, zodat de ontwikkeling van de worm goed zichtbaar is onder de microscoop.
Al in 1974 beschreef Brenner hoe hij bepaalde mutaties in genen kon opwekken met de verbinding ethylmethaansulfonaat. Hij wist bepaalde mutaties te koppelen aan bepaalde genen en specifieke gevolgen bij de ontwikkeling van organen. Deze koppeling van genetische analyse en zichtbaar maken van celdeling onder de microscoop levert Brenner dit jaar de Nobelprijs op. Hij werkt aan het Molecular Sciences Institute in Berkeley, Californië.
In het Britse Cambridge pikte John Sulston het odnerzoek van Brenner op. Hij ontwikkelde vervolgens technieken voor het volgen van alle celdelingen. Hij ontdekte dat bepaalde cellen altijd sterven tijdens de ontwikkeling. Ook zag hij als eerste hoe mutaties optreden in genen die een rol spelen bij de celdood.
In het Amerikaanse Cambridge onderzocht Robert H. Horvits met elegant opgezette experimenten of er een genetisch programma was dat de celdood regelde. Hij ontdekte daarbij de eerste twee 'dead genes' die een noodzakelijke voorwaarde voor het optreden van de celdood zijn. Later ontdekte hij ook een gen dat indien geactiveerd een cel juist beschermt.
Het Nobelcomité vindt de ontwikkeling van een eenvoudig diermodel door de onderzoekers van grote betekenis voor vele onderzoeksgebieden, zoals ontwikkelingsbiologie en de analyse van allerlei signaalnetwerken in meercellige organismen. Kennis van de geprogrammeerde celdood heeft ook bijgedragen aan het begrip van de mechanismen waarmee virussen en bacteriën cellen kunnen binnendrongen. Bij sommige ziekten, waaronder hartinfarcten en ziekten waarbij afbraak van zenuwen voorkomt, treedt buitensporige celdood op. Bij sommige autoimmuunziekten en kanker faalt daarentegen het mechanisme.



Erick Vermeulen