Op het menu van de Homo antecessor die 800.000 jaar geleden leefde stond ook oermensenvlees.

Kannibalisme bestaat langer dan gedacht. Uit opgravingen in het Spaanse Burgos blijkt dat onze verre voorouder de Homo antecessor die meer dan 800.000 jaar geleden leefde soortgenoten at. Dit is tot nu toe het oudst bekende geval van kannibalisme.

De onderzoekers zien dit aan de plekken waar de botten het meest beschadigd zijn. Vooral op plaatsen waar de spieren aan de botten vast zaten, zien ze inkervingen op de botten. Net zoals bij geslachte dieren.

Wat gebeurt er als de permafrost ontdooit?
LEES OOK

Wat gebeurt er als de permafrost ontdooit?

Door de opwarming van de aarde dooit de permafrost in rap tempo. Aardwetenschapper Niek Jesse Speetjens deed onderzoek naar de gevolgen.

En het bleef niet bij het verwijderen van de spieren. Deze voorloper van de moderne mens heeft zijn rivalen behoorlijk toegetakeld. Zo meldt het tienkoppige onderzoeksteam dat de slachtoffers zijn gevild, hun ledematen er afgehakt zijn en ook hun organen en het voedzame beenmerg zijn verwijderd.

Kindermoord

De menselijke restanten lagen niet op speciale plaatsen, maar te midden van de beenderen van andere dieren. Dit maakt het volgens het team onwaarschijnlijk dat de slachtoffers ritueel geofferd zijn.

Ook at deze oermens volgens de wetenschappers geen soortgenoten door gebrek aan ander voedsel. ‘Er lagen restanten van verschillende diersoorten van allerlei formaten bij de menselijke botten. Bovendien leefden ze in een gematigd klimaat waar veel verschillende planten voorkwamen’, aldus de onderzoekers in het vakblad Current anthropology van augustus dit jaar.

Het mes snijdt aan twee kanten. De slachtoffers vormden een maaltijd, en tegelijkertijd verdedigden de aanvallers zo ook hun territorium, vermoeden de onderzoekers.

Het team denkt dat de jagers hun slachtoffers zorgvuldig uitzochten. ‘De gevonden restanten zijn van kinderen en jongeren. Zij zijn minder gevaarlijk voor de jagers en daarbij tast hun dood het voortplantingsvermogen van de rivaliserende groep aan.’

Jet Salomons