De ‘zwervende salamander’, Aneides vagrans, pompt zijn tenen vol met bloed voordat hij zijn pootje optilt. Deze truc helpt het beestje zijn kleverige grip los te laten.
Biologen hebben zich lang afgevraagd hoe salamanders erin slagen behendig over ongelijke, verticale boomoppervlakken te lopen. Een nieuwe ontdekking wijst erop dat ze daarvoor een ietwat griezelige truc gebruiken: ze laten hun tenen vollopen met bloed.
Dierkundige Christian Brown van de Washington State-universiteit in de Verenigde Staten reisde in 2021 naar een sequoiabos aan de kust om daar een type klimmende salamander te bestuderen, de Aneides vagrans. Met zijn close-upcamera zag hij door de doorschijnende huid van de beestjes hun bloed in een ritmisch patroon vloeien. Vlak voordat de salamanders een pootje optilden om een stap te zetten, vulden de toppen van hun tenen zich elke keer met bloed. Zodra ze hun pootje neerzetten, verdween het bloed weer. Zolang de pootjes stevig aan het oppervlak plakten, bleven ze relatief vrij van bloed.

Het oplossen van de informatieparadox rond zwarte gaten roept nieuwe mysteries op
Natuurkundigen hebben eindelijk een paradox rond zwarte gaten opgelost. Klein probleempje: dit levert weer allerlei nieuwe vragen op.
Twee bloedbanen
In een laboratorium filmde Browns team vervolgens drie salamanders die over een doorzichtig platform liepen, om hun interne structuren nader te bestuderen. De biologen ontdekten dat de salamanders de bloedstroom naar elke teen regelen via twee bloedbanen. Er stroomt continu bloed door de poten van het dier, maar zodra de salamander zijn teengewrichten buigt, zetten de topjes van de tenen uit waardoor daar net wat meer bloed naartoe stroomt.
Deze ritmische bloedtoevoer verandert de stijfheid van de tenen. Dat heeft waarschijnlijk enorme gevolgen voor de grip, zegt Brown. Je kunt het vergelijken met een basketbal die heel goed stuitert als-ie opgeblazen is, terwijl die in onopgeblazen vorm op de grond blijft plakken. Op dezelfde manier lijken de met bloed gevulde tenen het dier te helpen zich los te maken van een oppervlak.
Slimmer dan spierkracht
Dit is een logische strategie, vooral als je bedekt bent met kleverig slijm, zegt biomechanicus Michael Granatosky van het New York Institute of Technology in de VS, die niet betrokken was bij het onderzoek. Het kost de Aneides vagrans waarschijnlijk minder energie om zich los te maken van een oppervlak door zijn tenen harder te maken, dan wanneer hij dat met spierkracht zouden doen.
Tenen met twee bloedbanen lijken wijdverspreid te zijn onder salamanders, dus ook andere soorten zouden zich van deze truc kunnen bedienen, stelt Brown. Hij is van plan andere salamanders te gaan bestuderen om dit te bevestigen.