Veendam (NL) – Zetmeelproducent AVEBE gaat veldproeven doen met genetisch aangepaste aardappelen. Deze zijn namelijk milieuvriendelijker.


De Nederlandse zetmeelproducent AVEBE mag weer veldproeven uitvoeren met genetisch gemodificeerde aardappelen. Onlangs gaf minister Pronk van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer toestemming. Enkele jaren geleden moest het bedrijf soortgelijke proeven stopzetten wegens bezwaren van de Europese Unie. Met een nieuwe techniek ruimt het bedrijf alle zorgen uit de weg.
AVEBE’s planten zijn zogenaamde industrie-aardappelen: ze leveren zetmeel voor hoogwaardige toepassingen in onder meer de textiel- en papierindustrie. Zo versterken textielfabrikanten tijdens het weefproces vezels met zetmeel. Nadat een doek geweven is, spoelen ze het zetmeel weer uit. Dit is milieuvriendelijker dan de synthetische alternatieven.
Zetmeel bestaat uit lange ketens van suikermoleculen. In aardappelknollen zijn dit amylose en amylopectine, respectievelijk een onvertakte en een vertakte aaneenschakeling van glucosemoleculen. Alleen amylopectine is geschikt voor industriële toepassingen. Bij de verwerking moet het zetmeel namelijk oplossen in kokend water. Het lineaire amylose kristalliseert daarbij snel uit, waardoor ongewenste klonters in het product ontstaan. Door zijn vertakte structuur geeft amylopectine geen klonterproblemen. Om amylose van amylopectine te scheiden, voegen zetmeelproducenten chemicaliën aan het mengsel toe. Deze hechten zich aan het amylose waarna beide uit het mengsel weggespoeld worden.
AVEBE ontwikkelde aardappelen die door een genetische aanpassing amylose-arm zijn. Dat maakt de verwerking van aardappelzetmeel tot zuiver amylopectine energiezuiniger en vereist minder chemische hulpstoffen. Het bedrijf wil nu de komende vier jaar op een oppervlak van vijf hectaren de teeltgeschiktheid van de planten onderzoeken.
In 1995 deed AVEBE ook al veldproeven met genetisch gemodificeerde aardappelen, maar het bedrijf staakte de proeven na bezwaren van de Europese Unie. Bovendien maakte het publiek zich destijds zorgen over de antibioticumresistentiegenen van bacteriële oorsprong die zich in de planten bevonden. De onderzoekers gebruikten die genen om te zien bij welke aardappelplantjes de genetische aanpassing gelukt was.
Bij de aardappelen die nu op het veld verschijnen, zijn dergelijke zorgen overbodig, want AVEBE ontwikkelde een nieuwe techniek die enkel ‘aardappeleigen’ materiaal gebruikt. Inmiddels heeft het bedrijf patent aangevraagd op deze nieuwe methode voor de genetische aanpassing van planten.

Mirjam Leunissen