Onderzoekers hebben een enorme stamboom van onze soort opgetekend, gebaseerd op duizenden menselijke genomen. Dit geeft inzicht in een aantal grote vragen: waar is onze soort ontstaan, en hoe hebben wij ons vervolgens over de wereld verspreid?

De stamboom van de mensheid geeft een beeld van twee miljoen jaar menselijke evolutie. De boom is opgebouwd uit de genetische gegevens van duizenden moderne en prehistorische mensen. ‘Mensen zijn uiteindelijk allemaal aan elkaar verwant’, zegt hoogleraar statistiek Gil McVean van de Universiteit van Oxford in het Verenigd Koninkrijk.

De wortels van de stamboom lijken in Noordoost-Afrika te liggen. Daarnaast lijkt het erop dat Amerika en Papoea-Nieuw-Guinea tienduizenden jaren eerder zijn bereikt dan archeologische vondsten tot nu toe deden vermoeden. Beide ideeën moeten echter nog door archeologen worden bevestigd.

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’
LEES OOK

‘Depressie zit niet alleen in het hoofd, maar in het hele lichaam’

Psychiatrisch epidemioloog Brenda Penninx onderzoekt het verband tussen mentale en lichamelijke gezondheid.

Kleine puzzelstukjes

Genetici zijn al twee decennia in staat het genoom van mensen uit te lezen. McVean en zijn collega’s verzamelden 3609 volledige genomen. Deze behoorden bijna allemaal tot onze soort, Homo sapiens. De uitzondering zijn drie neanderthalers en één individu uit de denisovagroep, die een ondersoort van Homo sapiens of een aparte soort kan zijn.

Het was een uitdaging om ze allemaal samen te brengen in een boom. ‘De verschillende datasets zijn op verschillende momenten geproduceerd, met behulp van verschillende technologieën, en ook nog eens op verschillende manieren geanalyseerd’, zegt McVean.

Het team focuste op kleine stukjes DNA die per persoon verschillen. De onderzoekers identificeerden 6.412.717 DNA-variaties en probeerden uit te zoeken waar en wanneer elk van die varianten is ontstaan. Om dit te doen, keken ze ook naar nog eens 3589 monsters van oud DNA die niet goed genoeg waren om in de stamboom op te nemen, maar wel licht wierpen op wanneer de varianten ontstonden.

Soedanese mensheid

McVean kon de oorsprong van 72.000 jaar oude varianten herleiden naar Noordoost-Afrika. De oudste honderd varianten kwamen ook daarvandaan, specifiek uit wat nu Soedan is. Deze oudste varianten zijn grofweg twee miljoen jaar oud. Ze zijn dus ouder dan onze soort, Homo sapiens, die ‘slechts’ 300.000 jaar oud is. Deze varianten behoren dan ook toe aan de eerste leden van ons geslacht, Homo.

Je zou nu simpel kunnen stellen dat de mensheid in deze regio is ontstaan, maar het is aannemelijk dat latere migraties de data hebben verstoord. ‘Ik zou zeker niet naïef uitgaan van het voor de hand liggende antwoord’, zegt genetisch antropoloog Jennifer Raff van de Universiteit van Kansas in de Verenigde Staten.

Een visualisatie van alle relaties die deze stamboom blootlegde tussen onze voorouders en hun nakomelingen. Beeld: Wohns et al. 2022.

Geen centrale start

De oudste fossielen van H. sapiens zijn gevonden in het noorden en het oosten van Afrika. Er zijn er echter maar weinig ontdekt, waardoor we het vroege verspreidingsgebied van onze soort niet met zekerheid kunnen vaststellen.

De oudste vondsten komen uit Jebel Irhoud in Marokko, in Noord-Afrika, en zijn misschien 315.000 jaar oud. De op-één-na oudste zijn die uit Omo-Kibish in Ethiopië, in het oosten. Het vermoeden was eerst dat ze 197.000 jaar oud waren, maar een in januari gepubliceerd artikel toont aan dat ze eerder 233.000 jaar oud zijn.

Veel antropologen denken nu dat er meerdere volkeren verspreid over Afrika leefden, die soms samen en soms gescheiden van elkaar leefden. Als dat klopt, heeft de mensheid geen centraal ontstaanspunt.

‘Onze bevindingen sluiten goed aan op deze theorie’, stelt McVean. ‘De stamboom laat zien dat er veel afstammingslijnen in Afrika zijn die heel diep gaan. De splitsingen zijn erg vroeg opgetreden en er is een flinke afstand tussen de lijnen ontstaan. Dit wijst erop dat er meerdere bronpopulaties zijn.’

In het verlengde hiervan keek een tweede studie, die vorige week is gepubliceerd, naar DNA van zes Afrikaanse mensen die in de afgelopen 18.000 jaar leefden ten zuiden van de Sahara. Hun genoom bevatte DNA van drie verschillende oude afstammingslijnen uit oostelijk, centraal en zuidelijk Afrika. Vanaf 50.000 jaar geleden kruisten deze groepen met elkaar, maar ongeveer 20.000 jaar geleden gingen ze grotendeels uit elkaar.  

Vroege migraties

De nieuwe stamboom geeft niet alleen aanwijzingen over de oorsprong van de mensheid, maar hint ook op vroege reizen. Het doet vermoeden dat de migratiestromen veel eerder begonnen dan we dachten.

Zo zouden er 140.000 jaar geleden al mensen in Papoea-Nieuw-Guinea hebben geleefd, bijna 100.000 jaar voor de eerst gedocumenteerde inwoners. Evenzo geeft dit onderzoek aan dat 56.000 jaar geleden onze soort al Amerika bevolkte, ondanks het feit dat veel archeologen tot nu toe dachten dat dit pas 18.000 jaar geleden gebeurde.

Het idee dat mensen zo vroeg Amerika bevolkten, is controversieel, omdat toentertijd grote ijskappen in het noorden de migratie zouden blokkeren. Toch heeft een ander onderzoek voetafdrukken gevonden in het White Sands-natuurpark in New Mexico. Die wijzen erop dat de mens tussen de 23.000 en 21.000 jaar geleden in Amerika was. Er is bovendien omstreden bewijs dat mensen 33.000 jaar geleden in de Chiquihuitegrot in Mexico leefden. Maar 56.000 jaar geleden is ineens wel een grote sprong.

De verspreiding van Homo sapiens naar Oceanië en Amerika.  Bron: NordNordWest.

Amerikanen uit Azië

‘Ik denk dat er drie mogelijke verklaringen zijn’, zegt McVean. ‘De eerste is dat we het mis hebben. De tweede is dat er echt al heel vroeg mensen op deze plekken waren.’

De derde mogelijkheid is een complex scenario. De eerste mensen die naar Amerika migreerden, kwamen uit Oost-Azië. Het is goed mogelijk dat de populatie waarvan zij afkomstig waren, nu is uitgestorven in Azië. Dit betekent dat de oudste Amerikaans ogende genetische varianten in feite afkomstig zijn van mensen die in Azië leefden. De enige mensen met die varianten die vandaag de dag nog leven, wonen in Amerika, waardoor de analyse in het honderd loopt.

Een soortgelijk verhaal kan zich hebben afgespeeld in Papoea-Nieuw-Guinea. ‘Het is gebruikelijk dat onze genen stukjes van genetische lijnen bevatten die ondertussen uitgestorven zijn’, zegt Raff. ‘Dat is volkomen plausibel.’