Onderzoek naar teken met een elektronenmicroscoop bewijst dat de diertjes in een vacuüm kunnen voortleven. Dit is de eerste keer dat een organisme het onderzoek met deze microscoop heeft overleefd. De resultaten zijn gepubliceerd in PLoS ONE.
Al sinds de jaren zeventig bestuderen onderzoekers teken met de zogeheten SEM-microscoop. Nu heeft een team van Japanse onderzoekers voor het eerst met dit apparaat succesvol levende teken (Haemaphysalis flava) bestudeerd. Bij SEM (scanningelektronenmicroscopie) tast een gerichte elektronenbundel lijntje voor lijntje een preparaat af. Deze losse lijntjes vormen samen een beeld. De elektronen moeten vrij naar het preparaat en naar de sensor kunnen reizen, dus er mogen geen andere moleculen in de weg zitten zoals stikstof en zuurstof. Daarom zit het preparaat vaak in een vacuümomgeving.
Een vacuüm is dodelijk voor de meeste dieren (en mensen), maar de teken konden er in elk geval tijdelijk tegen. Tijdens het SEM-onderzoek konden de onderzoekers in detail de lichaamsdelen en pootbewegingen van de spinachtige bestuderen. De meeste proefdieren overleefden de dertig minuten onder de elektronenstraal in een vacuümomgeving.
Digitale tweelingen van organen brengen medische wetenschap in stroomversnelling
Door een 'digitale kopie' van een orgaan te maken, kunnen artsen deze minutieus bestuderen.
Toch overleden de teken binnen twee dagen na het onderzoek. Daarom splitsten de onderzoekers de eigenschappen van de SEM-microscoop op voor een tweede analyse. Het team bracht een deel van de teken in aanraking met vacuüm en de elektronenbundel, en een ander deel van de teken alleen met het vacuüm. De diertjes die alleen in aanraking kwamen met het vacuüm, leefden meer dan twee weken. De onderzoekers concluderen dat voor de teken niet het vacuüm, maar de elektronenstraal dodelijk is.