Voor het eerst zijn onderzoekers erin geslaagd om het kleurenpatroon van een dinosaurus tot in detail te bepalen. De gevederde Anchioris huxleyi, niet groter dan een flinke schoen en ondanks een paar kleine vleugels niet in staat om te vliegen, moet voornamelijk grijs en zwart gekleurd zijn geweest, met stukjes wit en roodbruine accenten.
De zoektocht naar de kleurstelling van dinosaurussen kwam vorige week al in een stroomversnelling. Volgens Chinese wetenschappers was een andere kleine dino, de Sinosauropteryx, voor het merendeel gemberkleurig. Met de uitvoerige reconstructie van het verenkleed van de Anchioris huxleyi, heeft een groep Amerikaanse en Chinese onderzoekers nu dus een nieuwe primeur. Ze publiceerden hun bevindingen in Science Express.
Aan de basis van de recente ontwikkelingen liggen de zogenoemde melanosomen. Dit zijn een soort blaasjes met pigment, die in de cellen van veren zitten en bepalend zijn voor de kleur ervan. In tegenstelling tot de kleurstof zelf, blijven de blaasjes zeer goed bewaard, omdat ze goed opgewassen zijn tegen chemische en fysieke afbraak. De vorm is bepalend voor het pigment dat ze bevatten. Op die manier is het mogelijk om de versteende veren wederom van een kleurtje te voorzien.
De Chinezen keken naar slechts een paar veren, afkomstig van verschillende fossielen, en maakten daaruit op dat de Sinosauropteryx gemberkleurige en witte veren had. Voor het nieuwste onderzoek hadden de wetenschappers een zeer goed bewaard gebleven skelet van de Anchioris huxleyi tot hun beschikking. Hierdoor konden zij ook de dichtheid en verspreiding van de melanosomen analyseren. Naast de kleur was het daardoor mogelijk ook iets te zeggen over het patroon van het verenkleed.
‘Nederland gaat heel anders worden’
Milieuwetenschapper Marjolijn Haasnoot ontwikkelt ingrijpende plannen om Nederland aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering.
Pronken en communiceren
Het kleurenpatroon bleek veel complexer dan dat van de veel oudere Sinosauropterix en liet elementen zien die verbazingwekkende overeenkomsten hadden met tal van levende vogels. “Bij de vogels van tegenwoordig zijn deze patronen vooral belangrijk om te pronken en te communiceren,” vertelt paleontoloog Anne Schulp. “De ontwikkeling van het simpele verenkleed van de Sinosauropterix tot het ingewikkelde pak van de Anchioris lijkt dus ook vooral te zijn gericht op deze eigenschappen,” aldus Schulp. “Aangezien dinosaurussen pas ver na de tijd van de Anchioris het luchtruim kozen, lijkt het bovendien plausibel dat de vroege evolutie van veren dus niet gericht was op vliegvermogen, zoals eerder werd gedacht.”
Frans Corthals