In een boek tjokvol fascinerende informatie stort Cyriel Pennartz zich onversaagd op het mysterie van ons bewustzijn.

Stel je voor dat je voor altijd gevangen zit in een donkere, afgesloten ruimte. De enige manier waarop je met de buitenwereld kunt communiceren, is via stroomstootjes. Hoe kom je dan ooit te weten hoe rijk aan kleuren, geuren en geluiden die buitenwereld is? Onmogelijk, zou je zeggen. En toch is dat precies wat ons brein doet.

Met deze prikkelende voorstelling begint neurowetenschapper Cyriel Pennartz De code van het bewustzijn. Hij stort zich daarin op wat in zijn vak bekendstaat als het Moeilijke Probleem: hoe kunnen onze hersenen, opgesloten in de ‘bovenkooi’, ons rijke bewustzijn voortbrengen?

Veel hersenonderzoekers vinden die vraag onmogelijk te beantwoorden. Ze ­kunnen ­immers wel letterlijk, maar niet figuurlijk in andermans hoofd kijken. Dat maakt de bewustzijnskwestie volgens hen voer voor filosofen. Pennartz tackelt het vraagstuk echter vol overgave ­vanuit neurologische hoek. In het boek laat hij zien wat we momenteel allemaal ­weten over het verband tussen brein en bewustzijn – en dat is inderdaad best veel.

De auteur gaat daarbij systematisch te werk. Eerst behandelt hij alle hersenfuncties die níet essentieel zijn voor het bewustzijn. Dat doet hij via tal van voorbeelden van patiënten met hersenschade. Een daarvan is bijvoorbeeld de beroemde Henry Molaison, een epilepsie-patiënt die zijn geheugen grotendeels verloor nadat zijn hippocampus was verwijderd. Uit zijn casus blijkt dat een goed functionerend geheugen geen vereiste is voor een functionerend bewustzijn. Andere, minder bekende voorbeelden wijzen uit dat bijvoorbeeld emoties, motoriek en taal evenmin ­noodzakelijk zijn.

Ondertussen helpt Pennartz een hardnekkig misverstand uit de wereld: hersengebieden zijn niet één op één verbonden met cognitieve eigenschappen. De hippocampus is dus niet ‘het gebied dat zorgt voor je geheugen’; het systeem is veel te complex voor dit soort ‘landjepik’. Dankzij dergelijke inzichten is het boek veel meer dan, zoals de auteur het zelf noemt, borrelpraat over de bizarre uitwassen van hersenschade.

Verderop in het boek gaat Pennartz in op de vraag wat het bewustzijn dan wél is. Hij geeft neurologische antwoorden op veelal ­filosofische vragen zoals of vrije wil bestaat, of kunstmatige ­intelligentie bewustzijn kan ­vertonen en of we in een ­simulatie leven.

Al met al is De code van het bewustzijn een fascinerend boek over een even fascinerend onderwerp. Het zit tjokvol informatie en is hier en daar best pittig, maar dat krijg je vanzelf met zo’n Moeilijk Probleem. Bij de schematische afbeeldingen en termenlijstjes heb je soms het gevoel dat je voor een tentamen aan het leren bent, maar daar staan gelukkig een heleboel leuke voorbeelden en anekdotes tegenover. Een aanrader voor ieder die zich wat meer bewust wil zijn van zijn bewustzijn.

no-image
Nieuwsgierig geworden? Bestel De code van het bewustzijn in onze webshop!