Natuurkundige Hendrik Lorentz werd een eeuw geleden al bewierookt door Albert Einstein. Nu heeft hij eindelijk een biografie.

Hij wordt gezien als een van de grootste Nederlandse wetenschappers aller ­tijden. Toch is Hendrik ­Antoon ­Lorentz niet superbekend bij het grote publiek. Dat komt mede doordat hij in de schaduw kwam te staan van de bekendste natuurkundige aller tijden: Albert Einstein.

De aangewezen persoon om hem uit die schaduw te halen, is Anne Kox, emeritus hoogleraar natuurkundegeschiedenis aan de Universiteit van ­Amster­dam. Tientallen jaren bestudeerde Kox de artikelen en correspondentie van zowel Lorentz als Einstein. Nu verschijnt dan eindelijk de ­allereerste Lorentzbiografie.

Elektronentheorie

Lorentz werd in 1878 aangesteld als hoogleraar mathematische fysica in Leiden. In eerste instantie hield hij zich vooral ­bezig met elektromagnetisme. In 1902 ontving hij samen met Pieter Zeeman de Nobelprijs voor het verklaren van het zeeman­effect: de invloed van magnetische krachten op het licht dat een stof uitzendt.

Lorentz’ ‘elektronentheorie’ leek lange tijd dé theorie om alle elektromagnetische verschijnselen te verklaren. Later werd de theorie ingehaald door enerzijds de quantummechanica en anderzijds Einsteins relativiteitstheorie. Daarmee belandden de ideeën van Lorentz echter ­allerminst op de schroothoop, ­zoals soms wordt beweerd. De lorentztransformaties zijn een belangrijk onderdeel van de relativiteitstheorie. Lorentz was dan ook een van de weinigen die op gelijk niveau met Einstein kon discussiëren.

Daarnaast is Lorentz op vele vlakken van waarde geweest voor de maatschappij. Zo was hij voorzitter van de Staatscommissie die het afsluiten van de Zuider­zee onderzocht. En na de Eerste Wereldoorlog deed hij van alles om de internationale samenwerking in de wetenschap te bevorderen.

Menselijke trekjes

Al dat werk zorgde ervoor dat Lorentz gedurende zijn leven een heldenstatus verkreeg. Op de dag van zijn begrafenis werden de telegraafdiensten als eerbetoon drie minuten gestaakt. Einstein noemde Lorentz bij een jubileum ‘een levend kunstwerk’ en zei in een brief aan een ander dat hij Lorentz ‘bewonderde als geen ander’ en zelfs ‘van hem hield’.

Kox worstelde naar eigen zeggen jarenlang met de vlekkeloze reputatie van Lorentz. Uiteindelijk vond hij toch wat menselijke trekjes: zo kon Lorentz zich moeilijk inleven in anderen en was hij vaak te goed van vertrouwen. Hij was niet zo ideaal als anderen zeiden, maar, zoals Kox stelt, ‘­gewoon een aardige man’.

De biografie behandelt het ­leven en werk van Lorentz rechttoe rechtaan, vanaf zijn kinder­jaren – net als Einstein ging ­Lorentz pas op late leeftijd praten – tot aan de roemruchte begrafenis. Kox heeft de wat technische onderwerpen samengebundeld in twee hoofdstukken, die de natuurkundeleek gerust kan overslaan. Daardoor is het geheel een prettig geschreven biografie, die eindelijk een inkijkje geeft in de man achter de lorentztransformaties.