.Alles wat je ziet en voelt is het voorlopige eindproduct van een miljarden jaren durend kosmisch bakproces. Of het nu gaat om de aarde, de sterren, je eigen lichaam, het water dat je drinkt of de lucht die je inadement, alles is ooit ergens in een stellaire smeltpan gemaakt. Dat bekende gegeven voert auteur Neil Shubin in Het heelal in ons tot in het extreme door. Hij bestudeert het complete heelal aan de hand van elementen in ons eigen lijf en in dat van andere dieren en fossielen.

Het levert een heerlijk leesbaar verhaal op, met enorme sprongen in tijd en locatie. Het relaas van Shubin voert je van de eerste momenten na de oerknal, tot aan de ijstijden op aarde. Bovendien neemt Shubin je mee op fossielenjacht in Groenland en schotelt hij een heerlijk scala aan anekdotes voor.

Een daarvan is het verhaal van de eerste vrouwelijke sterrenkundige onderzoekers. Die werden aangesteld toen de directeur van het observatorium van het Harvard College besloot werksters aan te stellen om het werk
van de onderzoekers te doen, omdat zij dat minstens net zo goed zouden kunnen. Een van de ‘werksters’ die zo aan de bak kwam, ontdekte de variabele sterren in de Cepheïden – sterren die later gebruikt konden worden om op nauwkeurige wijze afstanden in het universum te bepalen.

Het heelal in ons laat je op een nieuwe en boeiende manier kijken naar de ontstaansgeschiedenis van jezelf en het universum.