In Bijna dood beschrijft de Vlaamse neuroloog Steven Laureys het wonderlijke fenomeen van de bijna-doodervaring.
Neuroloog Steven Laureys stelt zich van meet af aan bescheiden op bij het bespreken van bijna-doodervaringen of BDE’s. Hij wijdt de eerste hoofdstukken van Bijna dood aan een betoog dat wetenschap, religie en filosofie allemaal aanknopingspunten bieden om dit thema te bespreken, en dat ‘alleen wetenschappelijk’ kijken arrogant zou zijn. Hij wil duidelijk dat elke lezer, van spiritueel tot broodnuchter, dit boek kan waarderen.
Wie vooral nieuwsgierig is naar de wetenschap achter de BDE moet daardoor even doorbijten. Het boek biedt de harde feiten, maar die zitten verstopt in lange teksten die ruimte laten voor een breder perspectief.
Tunnel of rivier
Jammer, want Laureys is op zijn best wanneer hij die feiten deelt. Dat mensen met een BDE nooit dood zijn geweest, bijvoorbeeld. Dat je cultuur een BDE inkleurt, zodat westerlingen een tunnel zien en Japanners een rivier. Dat een BDE lijkt op een ketaminetrip. Dat ook een appelflauwte tot zo’n ervaring kan leiden – en dat Laureys die opwekt bij proefpersonen in zijn lab.
Aan de passie van Laureys valt geen moment te twijfelen. ‘Een bijna-doodervaring was me niet gegund’, merkt hij teleurgesteld op wanneer hij schrijft over een heftige astma-aanval. Zijn wil om de BDE te doorgronden is het kloppende hart van dit boek.