In Op de schouders van reuzen deelt filosoof Michael Schmidt-Salomon minibiografietjes van tien denkers. Niets meer en niets minder – al belooft het boek wel degelijk meer.
Zes natuurwetenschappers en vier filosofen passeren de revue in Op de schouders van reuzen . In zo’n dertig pagina’s per denker leer je over het leven en de ideeën van die persoon. De biografietjes zijn vlot geschreven en de inhoud is fascinerend. Tot zover is het project geslaagd.
Het knelpunt is dat Schmidt-Salomon in de lange inleiding van zijn boek meer belooft dan hij waarmaakt. Zo hamert hij erop dat doorbraken nooit het werk zijn van één persoon en dat een ‘genie’ vereren onzin is – maar vervolgens vereert hij tien genieën. Ook benoemt hij dat het onvolledig is om alleen westerse denkers te noemen – maar deze observatie is blijkbaar bedoeld als vrijbrief om vervolgens alleen westerse denkers op te voeren.
Schmidt-Salomon wekt de indruk dat hij op voorhand de wind uit de zeilen van critici wil halen, maar doet er niets aan om hun kritiek niet te verdienen.
Daar komt bij dat de auteur bijzondere selectiecriteria hanteert. Hij maakt bijvoorbeeld ruimte voor de controversiële eugeneticus Julian Huxley, maar niet voor de grondlegger van de genetica, Gregor Mendel. Natuurlijk kun je nooit iedereen tevreden stellen met je keuzes, maar die van Schmidt-Salomon zijn eigenlijk onnavolgbaar.