Het is weer eens tijd voor een stukje onvervalste thuisfilosofie. Het is alweer even geleden dat ik iets over evolutie in de maatschappij schreef, maar ik heb er weer een gevonden: de relatie tussen de ontwikkeling van nieuwe producten en het ontstaan van nieuwe soorten.

Het ontstaan van soorten is misschien wel al duidelijk, maar hier komt hij kort nog een keer. Soorten bestaan, met al hun individuen, in een veranderende omgeving. Al die individuen hebben een unieke genetische opbouw, en daarnaast nog een bepaalde mutatiesnelheid. Door veranderende omstandigheden (of juist het gelijk blijven ervan) wordt er geselecteerd op de best aangepaste exemplaren. Maar wanneer een groep van een soort zo groot wordt dat omstandigheden (en daarmee de selectiecriteria) in een bepaald deel van de populatie anders zijn dan in de rest – en wanneer dat deel van de populatie door het ontstaan van bijvoorbeeld een bergrug beperkt wordt in contact met de rest – dan zal dat deel zich anders ontwikkelen. Hebben de verschillende delen nog regelmatig contact met elkaar dan gebeurt dit niet (de situatie wordt dan steeds ge’reset’). Met andere woorden; uit één niche (biologische term voor ‘marktsegment’) zijn er twee ontstaan, en de soort heeft zich gesplitst in twee dieren die nog wel op elkaar lijken, maar teveel verschillen om nog te kunnen paren: er is een nieuwe soort geboren (zie ‘mens’ en ‘chimpansee’ ofzo).

Dit gaat langzaam (daarom is het, als we een dier tegenkomen dat midden in het afscheiden van de rest zit, lastig te bepalen of we nu met een nieuwe soort te maken hebben). Het volgende verhaal is kunstmatige soortenvorming in de supermarkt, en zelfs dát loopt nog over een jaar of 6, 7.

Deeltjesfysicus Dylan van Arneman: ‘Ik ben op zoek naar iets wat misschien niet bestaat’
LEES OOK

Deeltjesfysicus Dylan van Arneman: ‘Ik ben op zoek naar iets wat misschien niet bestaat’

Dylan van Arneman verruilt een paar keer per jaar zijn werkkamer op het Science Park in de Watergraafsmeer voor de ondergrond ...

Iedereen kent de pizza’s van Dr OETker (geen utker, ik hou vol!). De Ristorante lijn is misschien wel de meest bekende. Vroeger (2004) betaalde je voor een Ristorante ongeveer 2,4 euro, en het was een prima pizza voor die prijs; goeie topping, en je moest je best doen om de bodem erdoorheen te zien. De Ristorante werd echter, over de loop van jaren, steeds iets goedkoper. Nu betaal je voor dezelfde pizza nog geen 1,5 euro. 2 jaar geleden was dat nog om en nabij de 2,10, dus het loopt steeds harder af. En die prijsafname krijg je natuurlijk niet kado; de topping wordt steeds schaarser. Welke van de twee (prijs of kwaliteit) de drijvende kracht is geweest kan ik niet zeggen, maar ze zijn ontegenzeggelijk verbonden. Het maakt overigens ook niet uit welke het is.

De selecterende omstandigheden hier zijn natuurlijk kopers met een verwachting van een bepaalde prijs/kwaliteitverhouding, maar ook de producent kan dit sturen. En de ristorante pizza lijkt daarmee meer op de mens dan op een ander dier, want er zijn niet zoveel diersoorten die hun eigen niche kunnen maken.

Maar de Ristorante pizza heeft nu zo lang achter de bergrug van prijsniveau ‘2 euro’ gezeten, dat een nieuwe soort is ontstaan in de niche van ongeveer 2,5 euro: de Culinaria. Eigenlijk is de Culinaria gewoon een ouderwetse Ristorante met nieuwe smaakjes, maar toch is het een nieuwe ‘soort’. Het is net zoals dat een nieuwe diersoort die een oude niche inneemt geen kopie van de oorspronkelijke soort is – maar meer een die minstens de noodzakelijke eigenschappen in overeenkomst heeft. In dit geval: pizzaconcept, bepaalde hoeveelheid topping (dat maakt de Big Americans ook irrelevant voor dit verhaal – het pizzaconcept van die variant is anders). Het enige verschil met de natuur is dat er hier geen ‘echte’ evolutie plaats hoeft te vinden in de nieuwe soortvorming; slechts in het langzaam wegmanoeuvreren van een bepaalde status quo vindt je het terug. Maar hoewel het maken van een nieuwe soort kan alsware het een knip van de vingers, het resultaat is hetzelfde als wanneer de culinaria’s zich langzaam van de ristorantes hadden af bewogen, door bijvoorbeeld elke generatie net iets meer hot dog worst en mosterdsaus als topping te hebben.

Het is verleidelijk dit sprookje door te trekken en een beeld te verzinnen van de Culinaria pizza’s die jarenlang in de obscuriteit werden gegeten tot hun grote concurrent wegviel en ze eindelijk aan hun opmars konden beginnen, zoals ooit de zoogdieren zaten te wachten op het uitsterven van de dino’s. Maar helaas. Het is een marketinggenie die het lange termijngeheugen van mensen goed ingeschat heeft, en ze daarbij meteen een oor aannaait door ze oude wijn in nieuwe kruiken aan te smeren.

Als er een moraal in dit verhaal is, dan zou het kunnen zijn; loop eens als David Attenborough door de supermarkt – het maakt het een stuk interessanter, en je wordt ook nog eens minder snel genaaid door de marketinglui…