De reuzeninktvis heeft ogen zo groot als voetballen en kan daarmee in de donkere diepten van de oceaan naderende potvissen tijdig waarnemen.

Diorama reuzeninktvis en potvis. Bron: Nick Sherman/Flickr
Diorama reuzeninktvis en potvis. Bron: Nick Sherman/Flickr

Geen schoteltjes maar echte borden: reuzeninktvissen hebben de grootste ogen ter wereld. De meeste dieren ontwikkelen ogen waarmee ze hun prooidieren goed zien. Met een doorsnede van bijna 30 centimeter zijn reuzeninktvisogen veel groter dan nodig is voor de jacht. Een onderzoek gepubliceerd in Current Biology toont via berekeningen aan waarom evolutie tot dergelijke kijkers bij de reuzeninktvis heeft geleid. Hongerige potvissen jagen met hun sonar in de diepzee, en de inktvis ziet met zijn grote ogen deze gevaarlijke belagers al op zo’n 120 meter afstand.

Omdat in de diepzee haast geen licht doordringt, is er slecht zicht. De enige lichtbron die de reuzeninktvis gebruiken kan, is bioluminescentie. Sommige vissen en plankton produceren zelf een zwak lichtschijnsel en belichten op die manier hun directe omgeving , bijvoorbeeld als ze een prooi willen aantrekken of wanneer een potvis hun rust verstoort. Een oplettende reuzeninktvis kan daarom op plaatsen met bioluminescente lichtbronnen aan naderend gevaar ontsnappen.

Frans de Waal (1948-2024): ‘Zo speciaal zijn wij mensen niet’
LEES OOK

Frans de Waal (1948-2024): ‘Zo speciaal zijn wij mensen niet’

Primatoloog Frans de Waal is op 14 maart 2024 overleden. In juni 2019 interviewde New Scientist De Waal. De les die hij meegaf: ‘zo speciaal zijn wi ...

Het theoretische onderzoek leunt op ‘de wet van verminderde opbrengst’ die geldig is in de diepzee. Bioloog Dan-Eric Nilsson, een van de onderzoekers, legt dit uit: ‘Het betekent dat grote ogen wel meer zicht opleveren dan kleine ogen, maar dat nog grotere ogen uiteindelijk steeds minder extra voordeel opleveren.’ De conclusie van het onderzoek blijft een theorie totdat waarnemingen deze bewijzen. ‘En observeren is natuurlijk erg lastig op de diepte waar de reuzeninktvis leeft’, aldus Nilsson.