Ik sla ook weer een keer De Volkskrant open hoor.. Nou ja, ik kreeg een paar artikelen van iemand om te lezen. Eén daarvan was ‘Een studententijd bij het corps heeft veel voordelen’ (helaas geen link te vinden). Ik had het gelezen en ging naarstig op zoek naar het woordje ‘advertorial’ bovenaan de pagina. Het was helaas nergens te vinden, dus moest ik deze blog gaan schrijven. De wederhoor moet érgens vandaan komen natuurlijk.

Laat me allereerst benadrukken dat er niets mis is met een paar jaar in het corps – ieder zijn ding. Ik heb zelf een tijdje bij een corporale roeivereniging gezeten, en ik waardeer het corporale spel zeker wel. Maar me echt aan één vereniging binden trok me niet. Mijn punt is dat het artikel geen enkele vorm van kritiek in zich heeft.

In het stuk van Erik Bloem gaat het erom dat een tijd bij een studentenvereniging je kansen in de latere, hoge bestuurslaag vergroot. Hoe? Nou, dat laat hij de praeses van Minerva, Rurenga, zelf uitleggen – het komt erop neer dat het corps een soort natuurlijke selectie heeft voor briljante geesten. De conclusie is dat het niet door het netwerk komt dat er veel oud-corps leden in de hogere sferen terecht komen, maar doordat er gewoon betere mensen van het corps lid zijn. Het feit dat half Unilever uit Minervanen bestond word afgedaan met de verklaring dat Unilever ‘nu eenmaal van de Minerva mentaliteit houdt’.

Dromen dieren? En, zo ja, waarover dan?
LEES OOK

Dromen dieren? En, zo ja, waarover dan?

Kunnen dieren dromen? En zo ja, wat spookt er in hun slaap dan allemaal door hun ­bewustzijn?

Elke passage die erom schreeuwt een buitenstaander aan het woord te laten wordt kritiekloos aangenomen. Hoe kan dat? Door deze alinea:

‘Minerva-praeses Rurenga ontkracht het beeld van de heren die elkaar binnen het ontstane old boys network de baantjes toeschuiven. ‘Dat is niet meer van deze tijd. Het is minder expliciet.’ Bij het woord ‘netwerken’ trekt hij een vies gezicht. ‘Hier maak je vrienden, en soms kom je die later weer tegen. Meer is het niet.’ Over de geslotenheid van de vereniging: ‘Het bijzondere aspect ligt in die mystiek.’

Dus Rurenga zegt in een paar zinnen dat het baantjes toeschuiven ‘minder expliciet’ geworden is, en even later dat je mensen ‘later soms tegenkomt’. Het doet bij mij een belletje rinkelen en de vraag opkomen of het dan werkelijk zo afgezwakt is zoals Rurenga zegt. Maar nee, Bloem is tevreden met de suggestie dat het old boys netwerk nog steeds bestaat (zij het minder expliciet), in combinatie met de openlijke geheimhouding van het bestaan ervan, die ook elders in het artikel onderstreept wordt.

Wat dit stuk beter had kunnen maken is een paar vragen aan een topbestuurder die níet bij een corps heeft gezeten. Heeft hij er ook niks van gemerkt? Of heeft hij harder moeten werken om daar te komen? Een analyse van de leeftijd van bestuurders in combinatie met hun positie en eventuele lidmaatschap zou ook leuke grafiekjes op kunnen leveren. Het hoeft ook geen bewuste voorttrekkerij te zijn; Rurenga zegt zelf al dat je op sollicitaties eerder een klik hebt wanneer je beide van een bepaalde vereniging bent.

Verder is het vooral naïef. Bush werd enkele jaren geleden betrapt toen hij een vriendje uit zijn Skull and Bones gezelschap gekozen had tot (soort van) hoge Rijkswaterstaatbeamte in, jawel, het New Orleans van 2005. Die viel door de mand door zijn complete onkunde na Katrina. En aangezien sommige corpora in Nederland bijna even oud zijn als de VS, is het echt een beetje naïef om te denken dat dat hier niet gebeurt.

Ik merkte het zelf bij AIESEC; een grote (>1 miljoen alumni) internationale studentenorganisatie die is opgericht om culturele verschillen te overwinnen. Gevestigd in 1949, na WO2, om te voorkomen dat zoiets ooit nog ging gebeuren. In veel landen heeft het nog steeds die ideële, bijna hippie-achtige sfeer, en dat is ook goed – bij AIESEC in de VS ben ik ervan overtuigd geraakt dat als alle wereldleiders AIESECers zouden zijn we echt geen oorlog meer zouden hebben. In Nederland, nota bene een van de oprichtende landen, is het echter een adoptiekindje van de corpora geworden waar iedereen op congressen in pak rondloopt, andere steden afzeikt en vooral voor eigen gewin gaat. Dat is jammer. Niks mis met dat gedrag, maar het hoort niet bij AIESEC thuis.

Echt, er is niks mis met een al-dan-niet-bestaand old boys network – ik heb zelf alleen bewust gekozen om alles zelf te doen, en zo zullen er altijd mensen blijven bestaan die daar wel of juist geen gebruik van willen maken. Prima, is ieders eigen keus. Maar om zo klakkeloos een zo duidelijk subjectieve bron over te nemen en daarmee het hele beeld van de corpora als springplanken met Gooische matrassen eronder te ontkrachten is gewoon verkeerde journalistiek.

Ik kon niet vinden of Bloem ook lid was van het RSC in zijn studententijd – daarvoor is het oud-ledennetwerk te geheim – maar anders zou ik bijna zeggen “Wij van WC-eend..”