Vanuit uw ooghoek ziet u mij hangen, ondersteboven en rustig ademend. Meer dan ademen en de wereld aanschouwen vanuit gekko-perspectief hoef ik niet te doen om uiterst tevreden te zijn met mijn bestaan. Mijn bestaan in gekko-pak.

Mijn gekko-pak heeft overal flappen met vezeltjes die zich aan elk oppervlak hechten. Het is geïnspireerd op – de naam zegt het al – de gekko: een reptiel dat met gemak tegen muren op loopt en aan plafonds hangt. Ik ben er eens eentje tegengekomen in een smoezelig Siciliaans pensionnetje. Het deed geen vlieg kwaad (afgezien van vliegen dan), maar kwam af en toe stilletjes tevoorschijn vanuit een muurspleet om wat te hangen in de zon.

Kunnen ­gedachten de bron zijn van fysieke klachten?
LEES OOK

Kunnen ­gedachten de bron zijn van fysieke klachten?

Sebastiaan van de Water zocht uit hoe wetenschappers het nocebo-effect proberen te begrijpen en onder de duim proberen te houden.

Dat wil ik ook, dacht ik indertijd al. Dus toen ik las over Wageningse onderzoekers die de gekko-truc probeerden te immiteren, heb ik ze onmiddellijk gebeld. “Vergeet die pick-and-place-machines”, zei ik ze, “de toekomst ligt in de consumentenindustrie!”

De blijkbaar nogal wereldvreemde wetenschappers hadden de toepassing van hun vinding namelijk alleen gezocht in de elektronica-industrie. Handig, robots die ondersteboven een contactje vast kunnen solderen! Zoiets.

Detective
Deze slimmeriken hadden duidelijk een buitenstaander nodig om ze te wijzen op meer voor de hand liggende toepassingen. “Natuurlijk, wie wil er nou niet zo’n gekko-pak?”, riep ik enthousiast, “de journalist die ongemerkt wil afluisteren, de detective, de bergbeklimmer, de avonturier, de soldaat, het kind…”

Nog diezelfde dag hebben ze in Wageningen het roer volledig omgegooid. En vanochtend ontving ik dus eindelijk een demo-exemplaar van het gekko-pak. Of ik het wilde uitproberen.

Dat doe ik nu. Terwijl de regen tegen de ramen tikt en mijn zonen ruziën om de spelcomputer, ontstijg ik letterlijk de dagelijkse sores.

Pier
Ik hang ondersteboven en ik mijmer. Misschien moet ik die Wagenaren nog meer suggesties aan de hand doen. Want ik wil óók nog op het water lopen als een schaatsenrijder, tegen de waterval omhoog zwemmen als een zalmforel en me een weg door het zand graven als een pier.

De toekomst ziet er beestachtig leuk uit.