Als je met iemand praat in de herrie – een rockconcert, verkeerslawaai, piepende treinen – dan pas je het auto- matisch volume aan waarop je praat, zodat de ander je nog steeds verstaat.

Het valt me op dat die onbewuste volume-aanpassing niet goed werkt als alleen de horende partij zich dichtbij de lawaaibron bevindt, zoals een wasmachine, huilende kinderen. Degene die spreekt of schreeuwt, hoort dat lawaai zelf minder hard, en roept nooit hard genoeg om het lawaai te overstemmen.

Blijkbaar is het niet goed in te schatten hoeveel lawaai een ander hoort, en hoeveel er dan nodig is om het te overstemmen. Waarom niet?

Vogelpoep en glitterpruik
LEES OOK

Vogelpoep en glitterpruik

Elk jaar is het raak: ergens in februari verschijnt er een ...

Niek de Groot