Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze keer: Andre Krouwel, politicoloog bij de Vrije Universiteit Amsterdam en oprichter van het Kieskompas.
‘Mijn vader was havenarbeider, mijn moeder schoonmaker. Toen mijn vader ziek werd in de jaren tachtig kreeg ons gezin het financieel erg zwaar. Ik kan je een ding verzekeren: daar word je heel politiek bewust van.
Het was ook de tijd van grote demonstraties tegen kernbommen. En types als Ronald Reagan en Margaret Thatcher braken de welvaartstaat af. Ik werd geïntrigeerd door politiek. Ik vroeg me af waarom anderen met meer macht dit soort dingen konden beslissen?
Zullen wij ooit een supernova zien aan de nachthemel?
Sterrenkundejournalist Govert Schilling maakt je wegwijs aan het firmament. Wat valt er te zien in november 2024?
In Vianen, een dorp op de grens van de Bijbelbelt, beslisten pastoors en dominees – allemaal van CDA en SGP, en mannen op leeftijd natuurlijk – wat ik als jonkie wel en niet mocht doen. Vooral hun verdediging van het Zuid-Afrikaanse apartheidsregime was stuitend. Het motiveerde mij om politicologie te gaan studeren. Op mijn achttiende schreef ik me in bij de Vrije Universiteit Amsterdam en werd ik meteen politiek actief in de stad.
Mijn ‘moment van inzicht’ was eerder een proces dan een moment. Wetenschap is samenwerking en inzichten komen tot stand door te staan ‘op de schouders van reuzen’. Wetenschappers brengen inzichten bij elkaar die door anderen zijn aangedragen en dat leidt soms tot een doorbraak.
Dat geldt ook voor mijzelf. Ik ben weliswaar de bedenker van het Kieskompas, waarmee we politieke en maatschappelijke opinies in beeld brengen, maar dat bedenken was simpelweg het combineren van nieuwe e-technologieën met ouderwetse politieke kennis. De toen nieuwe computertechnieken, en vooral het grote bereik via het internet, bracht ik samen met de traditionele politieke wetenschap over sociale scheidslijnen en politieke partijen.
Zonder die techneuten en klassieke politicologen was er geen Kieskompas. Wetenschap is een teamsport, je combineert reeds bestaande kennis waardoor je een klein stapje verder komt.’