In de Volkskrant ontvouwde hoogleraar civiele techniek Hennes de Ridder deze week een grappig plan. Want laten we eerlijk zijn, met de mobiliteit schiet het niet erg op. Elke ochtend is het kiezen tussen de file of een trein die ergens achter een boomblaadje is blijven haken.

En dus heeft De Ridder een idee. ’s Ochtends stap je in een klein autootje dat samen met allemaal andere autootjes in een treinstel gaat, waarna het geheel per magneetzweefbaan het land door wordt geschoten. Dat is namelijk ‘technisch mogelijk’, aldus De Ridder. Ik vind het een trouvaille.

Tja, technisch mogelijk is het ook om alle forensen in roze helikoptertjes naar het werk te brengen. Wie zit erop te wachten om zijn heilige koe te verruilen voor een heilig kalfje dat in een zweeftrein past? Over het oponthoud dat zo’n zweeftrein veroorzaakt als er op ieder station honderden autootjes in en uit moeten, de parkeerruimte die nodig is of de kosten van de zweefbaan hebben we het dan nog maar even niet.

‘Invasieve exoten bestrijden  doet meer kwaad dan goed’
LEES OOK

‘Invasieve exoten bestrijden doet meer kwaad dan goed’

Het is doorgaans geen goed idee om invasieve exoten te bestrijden, stelt Menno Schilthuizen. Daarmee vertraag je het natuurlijke proces.

De Ridder weet dat natuurlijk best. Het woord ‘zweeftrein’ is een weggever. Dat woord gebruiken technici altijd als ze eigenlijk bedoelen: overheid, dóé nou eens wat. Toen het verkeer in de Randstad vastliep, riep men ook in koor: zweeftrein! Toen het noorden des lands moest worden ontsloten: zwééftrein! Architect Mart Stam stelde ooit zelfs voor om een zweeftrein te maken dwars door Amsterdam.

Betere wereld

Voor ingenieurs is de magneettrein symbool voor een betere wereld, een metafoor voor de kloof tussen wat er technisch allemaal kan en de suffe werkelijkheid waarmee we het moeten doen. Een luchtkasteel dat 500 kilometer per uur kan.

Begrijpelijk wel. De laatste keer dat ons land écht iets groots en vernieuwends van de grond kreeg – de Deltawerken, de Afsluitdijk, de Flevopolder – is alweer generaties geleden. Als visionair heb je in het land der kikkers weinig meer te zoeken.

Aan de andere kant, waarom zou je. Ik ga nu al soms op zeer futuristische wijze naar mijn werk. Vanuit de huiskamer vertrek ik, met bankstel en al, vliegensvlug en zowat klimaatneutraal, hup naar mijn werkplek. Telewerken, heet die techniek. Net zoiets als een zweeftrein, maar dan zonder de trein.

Deden we dat maar meer. Zweven is zó passé.