Elk jaar is het met Kerst weer tijd voor de Nationale Wetenschapsquiz, de quiz waarbij journalisten en wetenschappers het op televisie uitvechten met een partij überlastige vragen. Ik heb het niet zo vaak gezien, vooral omdat ik het idee had dat de vragen te moeilijk waren voor iemand die niet meer dan 30 jaar wetenschapper is. Maar dit jaar ga ik zeker kijken.

Iedereen kan dit jaar meedoen met de quiz door de vijftien vragen die in de uitzending aan bod komen proberen te beantwoorden (ik weet niet of dit eerder ook kon). Ze staan op de site van NWO. Je kunt onder andere een reis naar Egypte winnen. Een collega van Kennislink kwam op het idee om mee te doen, en ik ben dus eens een keer voor de vragen gaan zitten.

Ik waarschuw u alvast: doe dit niet. Het houdt je werkelijk dagen bezig. Je zou zeggen: die antwoorden google je even. Zo gepiept. Maar nee hoor, de vragen zijn zo opgesteld dat het antwoord niet zomaar panklaar ergens te vinden is. Je moet serieus nadenken dus. Bedenk daarbij dat sommige vragen bijzonder prikkelend zijn en voor je het weet ben je uren zoet.

Deeltjesfysicus Dylan van Arneman: ‘Ik ben op zoek naar iets wat misschien niet bestaat’
LEES OOK

Deeltjesfysicus Dylan van Arneman: ‘Ik ben op zoek naar iets wat misschien niet bestaat’

Dylan van Arneman verruilt een paar keer per jaar zijn werkkamer op het Science Park in de Watergraafsmeer voor de ondergrond ...

De vraag die mij het meest bezig houdt is de volgende:

Je staat op een omhooggaande roltrap. Wat gebeurt er terwijl je een stukje mee omhoog loopt?

A. Dan verbruikt de roltrap per seconde meer energie
B. Dan verbruikt de roltrap per seconde minder energie
C. Dan verbruikt de roltrap per seconde evenveel energie


Even visualiseren…

Altijd leuk, dit soort natuurkundevragen. Ik zal proberen uit te leggen wat ik denk dat het antwoord is. De toevoeging ‘per seconde’ geeft volgens mij aan dat je het feit dat je eerder boven bent door mee te lopen buiten beschouwing moet laten. Anders was het makkelijk: roltrap doet er minder lang over, dus het kost hem minder energie. Zo zit het dus niet.

Volgende punt is dat de roltrap altijd dezelfde snelheid houdt, of er nu twintig man op staat of niemand. Dat betekent dus dat de roltrap in het eerste geval meer energie nodig heeft. Immers, met tegenwind fietsen kost meer energie dan met dezelfde snelheid wind mee. De vraag is dus: bezorg je door te lopen de roltrap meer of minder weerstand (of geen verschil)?

Ik denk dat het eerste: meer weerstand. Als je loopt, zet je af en duw je dus tegen de richting van de bewegende roltrap in. Die tegendruk wordt een beetje gecompenseerd door het moment waarop je van de ene naar de andere voet overgaat en je kort ‘zweeft’. Maar dat is denk ik verwaarloosbaar vergeleken met de kracht die je uitoefent als je afzet. Kortom, antwoord A dus.

Dan ben je er toch, denkt u misschien? Nou, mijn gevoel zegt dat dit erg makkelijk gedacht is. De vragen zijn over het algemeen lastig en meestal zijn er zaken die je over het hoofd ziet. Daarom blijf ik mezelf toch afvragen of ik de situatie volledig begrijp. Wat denkt u? Heb ik het goede antwoord bedacht, of zie ik iets over het hoofd? Op Tweede Kerstdag wordt de quiz op televisie uitgezonden en word ik -eindelijk- uit mijn 'lijden' verlost.