Geen nieuws is goed nieuws, luidt het gezegde. Maar geldt het omgekeerde ook: dat goed nieuws geen nieuws is? Als het om economisch nieuws gaat wel, ontdekte Alyt Damstra, onderzoeker aan de Universiteit van Amsterdam.
Uit Damstra’s promotie-onderzoek blijkt dat economische berichtgeving geen objectieve samenvatting is van hoe de economie ervoor staat. De economische situatie wordt namelijk vaak negatiever beschreven dan ze werkelijk is. Een van de oorzaken is dat de nieuwswaarde van negatieve berichten nu eenmaal groter is dan die van positieve berichten. Goed nieuws is geen nieuws dus.
Uit interviews die Damstra hield met economisch journalisten, bleek dat dit niet komt door onwil om positief nieuws te brengen. ‘Het heeft ook te maken met de dynamiek’, zegt Damstra. ‘Een bedrijf dat het goed doet, groeit doorgaans heel gelijkmatig. Je kunt daar een keer iets over schrijven, maar je gaat niet elke maand zeggen: ‘Weer een procent erbij!’’
Wat als je personal coach een tablet is?
Wie thuis online een sportcursus volgt, plukt daar net zo goed de vruchten van als wie samen met anderen op locatie sport.
Een faillissement daarentegen komt vaak onverwachts en gaat gepaard met heftige schokken, vervolgt Damstra. ‘Vestigingen gaan sluiten, aandeelhouders zijn benadeeld, noem maar op. Die grote, schoksgewijze gebeurtenissen passen heel goed binnen de cyclus van nieuws maken.’
Zoveel mogelijk clicks
Verder speelt de terugkoppeling vanuit de lezer met de toenemende digitalisering van media een steeds grotere rol. Waar het vroeger gissen was bij welke artikelen de lezers bleven hangen, is tegenwoordig bijna alles meetbaar: hoe vaak een artikel wordt gedeeld, het aantal clicks en hoe lang mensen op een pagina blijven. Tel daarbij op dat veel van de traditionele media vanwege toenemende concurrentie in zwaar weer zitten. Dan lijkt het onvermijdelijk dat kranten steeds meer hun nieuws afstemmen op wat de meeste clicks oplevert.
‘Op het moment dat je een artikel hebt geschreven over bijvoorbeeld de bonuscultuur, en dat wordt veel gelezen en gedeeld, kan dat een prikkel zijn om opnieuw dat onderwerp te selecteren. Daarmee ontstaat er een wisselwerking tussen lezers en journalisten’, legt Damstra uit.
Het is de vraag of dit proces te doorbreken is. ‘De meeste kranten staan onder druk. Die focus op clicks en bezoekersaantallen is een manier om als krant in leven te blijven, en de mensen van informatie te kunnen blijven voorzien.’
Heel veel overlap
Damstra doorzocht het economische nieuws dat tussen 2002 en 2015 in zeven Nederlandse kranten is verschenen. Het viel haar op dat het effect dat economisch nieuws de werkelijkheid somberder afspiegelt in alle media in min of meer gelijke mate aanwezig is. ‘Op dagelijks niveau is er echt wel variatie in de berichtgeving, maar als je een beetje uitzoomt, zie je dat er heel veel overlap is in de toon en de onderwerpkeuze.’
Ook binnen een onderwerp kiezen journalisten vaak voor een negatieve invalshoek. Damstra: ‘Neem bijvoorbeeld de huizenmarkt. Na een periode van dalende huizenprijzen trekt de markt weer aan. In zekere zin is die ontwikkeling positief, althans voor huizenbezitters. Toch gaat het nieuws voornamelijk over de schaduwzijde: de nieuwkomers die er niet tussen komen, of dat ene huis dat maar niet verkocht raakt. Dat zit ingebakken in het werk van de journalisten.’
Invloed op publieke opinie
Naast de oververtegenwoordiging bleek uit Damstra’s onderzoek dat negatief nieuws ook nog eens meer invloed heeft op de publieke opinie dan positief nieuws. Dat geldt voor economisch nieuws in het algemeen, maar ook voor berichtgeving waarin politieke verantwoordelijkheid centraal staat. Nieuws waarin de regering op een negatieve manier verantwoordelijk wordt gehouden voor de economie, leidt tot een afname van waardering voor regeringsbeleid. Nieuws waarin de regering op een positieve manier verantwoordelijk wordt gehouden, heeft dan weer nauwelijks tot geen invloed op de waardering van mensen.
Damstra onderzocht ook over welke onderwerpen mensen het liefst lezen. Ze voerde experimenten uit waarbij ze de toon en de inhoud van een reeks economische nieuwsberichten manipuleerde. Mensen bleken de negatieve berichten interessanter te vinden en die hadden vervolgens een grotere invloed op hun beeld van de economie.
‘De impact van economisch nieuws gaat verder dan de economische verwachtingen van mensen’, zegt Damstra. ‘We zien effecten op consumentenvertrouwen, maar daarnaast ook op een reeks politieke voorkeuren. Economisch nieuws is bijvoorbeeld van invloed op de waardering voor de regering en haar beleid. Hierbinnen is vooral negatieve informatie doorslaggevend.’
De media hebben een controlerende functie en vanuit dat perspectief is het niet vreemd dat er veel negatief nieuws is. Daarnaast benadrukt Damstra dat er ook een informerende taak ligt, en dat nieuws in die zin een afspiegeling zou moeten zijn van wat je ziet in de echte wereld. ‘Natuurlijk moet je het melden als het misgaat, maar het moet daar niet alleen maar over gaan. Zeker met het oog op de impact van negatief nieuws. Het zou goed zijn als journalisten zich nog meer realiseren hoe invloedrijk hun werk eigenlijk is en dat die invloed verder reikt dan de economische percepties van mensen.’
Onderzoeksjournalistiek
Damstra ziet geen eenvoudige oplossing. ‘Ik vind het wel een positieve ontwikkeling dat je naast de traditionele kranten nieuwe vormen van media ziet opstaan, zoals De Correspondent en Follow the Money. Zij brengen minder nieuws en richten zich vaker op langlopende ontwikkelingen, waarmee het aanbod diverser wordt. Ook zou het goed zijn als de verschillende media meer zouden samenwerken op het gebied van onderzoeksjournalistiek. Nederland is relatief klein, maar heeft veel expertise in huis en er is een gedeeld belang om mensen zo goed mogelijk te informeren. Dat belang raakt soms echter op de achtergrond door de sterke concurrentie tussen de media onderling.’