Een musicoloog schiet toch ook geen piano's met de snelheid van het geluid tegen een betonnen muur aan, in de hoop zo alles over Chopin te weten te komen?

Volgens opgestapt KNAW-lid Henk Tennekes (De Ingenieur, 26 maart) is die methode niet minder absurd dan protonen proberen te kraken door ze met de snelheid van het licht tegen elkaar te laten botsen met een deeltjesversneller (Large Hedron Collider, LHC) in Cern.

Hoe slecht is vapen voor je gezondheid?
LEES OOK

Hoe slecht is vapen voor je gezondheid?

Steeds meer mensen vapen. Inmiddels beschikken we over voldoende onderzoeksgegevens om iets te kunnen zeggen over hoe schadelijk dat is.

Kabaal
Ik weet niet of de scepsis van de heer Tennekes gegrond is, vooral omdat hij deze verder nauwelijks toelicht. Maar wat een briljante beeldspraak! De meeste leken hebben geen idee waarom fysici in Cern opgewonden uitkijken naar de resultaten van de experimenten die daar nu plaatsvinden. Ze kunnen zich wél wat voorstellen bij piano's die tegen een muur te pletter slaan: een kabaal van jewelste, versplinterend hout, toetsen die alle kanten op vliegen. Wie wil dat nou op zijn geweten hebben?

Journalisten smullen van dit soort vergelijkingen en als wetenschapper kun je maar beter bedreven zijn in het verzinnen ervan. Om financiële steun te verwerven voor wetenschappelijk onderzoek, moet er immers maatschappelijk draagvlak voor gecreëerd worden. Een krachtige piano-metafoor is vele malen doeltreffender dan een moeilijk betoog over protonen en Higgsdeeltjes. Tennekes weet dat.

Hazelnootpasta
Maar ja, zo kan zelfs ik (leek op dit vakgebied) er wel een paar verzinnen. Sinds ik eind vorig jaar in Cern ben geweest, heb ik een zwak voor de hyper-enthousiaste fysici die daar al jaren sleutelen aan hun enorme deeltjesversneller. Ik waag me dus graag aan een contra-vergelijking in deze metaforenstrijd.

Natuurlijk moeten protonen met de snelheid van het licht tegen elkaar kapot geschoten worden. Wie wil weten hoe zelfgemaakte hazelnootpasta smaakt, zal immers ook eerst de hazelnoten moeten kraken.

Het slaat wederom nergens op, maar hupsakee, die zit.