‘De kiezer wil gewoon nieuw gezichten’, zei iemand in mijn omgeving die ik hoog heb zitten om zijn verstand van politiek. ‘En na een tijdje is de kiezer het weer zat, dan wordt die nieuweling gewoon weer in de hoek geflikkerd.’

De meneer die het zei had het, natuurlijk, over Diederik Samsom en Emile Roemer. Vorige verkiezingen was Roemer nog de nieuweling die de SP deed opbloeien, nu is de new kid on the block Samsom, en zijn we die goeiige Roemer alweer zat, met dat rare lachje van hem.

Zou het echt zo simpel zitten? Inderdaad: ook het CDA veerde op toen Jan-Peter Balkenende ten tonele verscheen, en de PvdA herleefde ooit onder nieuwkomer Wouter Bos.

De geschiedenis van de  wiskunde is diverser dan je denkt
LEES OOK

De geschiedenis van de wiskunde is diverser dan je denkt

Wiskunde is niet alleen afkomstig van de oude Grieken. Veel van onze kennis komt van elders, waaronder het oude China, India en het Arabisch Schiereil ...

Aan de andere kant: Sybren van Haersma Buma is ook nieuw, en toch staat zijn CDA nog steeds op 8 zetels verlies.

Te lui
Het leuke is dat je het als hobbyrekenaar gewoon kan uitpluizen, of er zo’n newbee-effect is of niet. Ik heb de nieuwe lijsttrekkers vanaf 2000 opgezocht, en gekeken wat er gebeurde. LPF en PVV heb ik uitgesloten omdat het nieuwe partijen waren; de kleine partijen laat ik achterwege omdat ik te lui ben.

Goed: het levert even goed veertien nieuwe gezichten op, van Thom de Graaf en Ad Melkert in 2001, tot Jolande Sap in 2010 en Diederik Samsom eerder dit jaar.

Maar om nu te zeggen: goed idee, zo’n nieuwe lijsttrekker – nou, nee. Er zijn de afgelopen jaren maar drie nieuwkomers geweest die hun partij bij de eerste verkiezingen direct op verkiezingswinst zetten: Jan-Peter Balkenende, Gerrit Zalm en Wouter Bos. Maar bij alle drie was er een perfect normale andere verklaring: zo was in 2003 de LPF net geïmplodeerd, waardoor er zetels ‘over’ waren.

Wonderboy
Belangrijker lijkt me dat de andere elf nieuwkomers allemaal hun eerste verkiezing verloren. Nieuwkomer Mark Rutte verloor in 2006 zes zetels, nieuweling Alexander Pechtold viel er drie terug, en zelfs wonderboy Roemer leverde bij zijn eerste verkiezingen liefst tien zetels in.

Niet helemaal eerlijk, want misschien wist de nieuwkomer erger te voorkomen. Dat is eigenlijk precies wat Samsom momenteel met de PvdA doet: toen Samsom aantrad stond de partij 12 zetels in de min, nu nog maar 3.

Daartoe moet je eigenlijk kijken naar het zetelaantal in de peilingen op het moment waarop de nieuwe partijleider aantrad, en dat vergelijken met de uiteindelijke verkiezingsuitslag. Op die manier kun je precies zien of zo’n nieuwkomer echt iets heeft uitgemaakt, tussen zijn aantreden en de verkiezingen.

Maar helaas voor Samsom: ook op die manier blijft er van het newbee-effect weinig heel (voor het resultaat, zie onderaan). Bij sommige nieuwkomers daalde het aantal zetels niet verder; bij andere ging de daling juist nog wat sneller. Het is, kortom, heus niet zo dat een nieuw gezicht een garantie is voor succes. Vérre van.

En winnende Samsom en tegenvallende Roemer?

Daarvoor zijn ongetwijfeld tal van andere redenen. Mensen vinden de SP toch een beetje eng. Roemer praat Brabants. Roemer heeft De Telegraaf tegen. Terwijl Samsom zo leuk is met kinderen, langer is, en al een tijdje aan het winnen is in de peilingen (dat trekt extra stemmen, want mensen zijn geneigd aan te haken bij het winnende team).

En o ja, heel misschien: Samsom debatteert beter dan Roemer. Dat is althans zoals de politieke commentatoren het graag uitleggen.

Maar ik moet u eerlijk zeggen: ik denk dat dat bijzaak is.

Newbee-effect: Het verschil in zetels tussen het moment van aantreden (in de peilingen) en bij de verkiezingen. Bijvoorbeeld: Gerrit Zalm kwam op het moment dat de VVD 26 kamerzetels had, en volgens de peilingen op 28 zetels stond. Bij zijn eerste verkiezingen als lijsttrekker was het resultaat 30 zetels: onder Zalm waren er 2 zetels ‘bij gekomen’.