Het is weer de tijd van het jaar: de blaadjes vallen, en zo ook de bekendmaking van de winnaars van Nobelprijzen. Ik geniet altijd van die bekendmakingen, een vakgebied wordt in het zonnetje gezet en de gelukkige prijswinnaars, uiteraard met de nodige faam bij hun vakgenoten, treden voor een moment uit de anonimiteit.

Wie won er ook weer vorig jaar? Bij natuurkunde was dat onder meer André Geim, de fysicus met een Nederlands paspoort die tien jaar eerder al de Ignoble-prijs won omdat hij een kikker in een magneet had laten leviteren. Dat leverde hem zelfs een interview in het wetenschapsprogramma van Rolf X. Wouters op.

Geim is iemand die niet snel in de vergetelheid zal raken. Zijn onderzoek aan grafeen is nog lang niet afgerond, en dat koolstofmateriaal blijft nog wel even hot. Geim heeft sinds hij de prijs der prijzen won volop lezingen gegeven, en publiceerde sindsdien nog meer boeiende bevindingen over grafeen.

Wanneer presteert het brein op de toppen van zijn kunnen?
LEES OOK

Wanneer presteert het brein op de toppen van zijn kunnen?

Wat voor rol speelt zoiets als dagritme, of leeftijd, in het functioneren van het brein? En hoe kunnen we daar optimaal gebruik van maken?

Hoe zit dat met andere Nobellaureaten? Steven Chu is ook nog steeds bekend, maar ik denk dat hij inmiddels die faam meer verwerft doordat hij onder Obama minister van energie is. Hij won de Nobelprijs voor natuurkunde in 1997. De namen van alle Nederlandse en Belgische winnaars blijven me ook goed bij, maar daar zit dan toch een chauvinistisch tintje aan. Hoe zit dat bij inwoners van de VS of Duitsland, waar meer prijzen vallen, kunnen die al hun landgenoten met een Nobelprijs onthouden?

Vergetelheid
De duurzaamheid van Nobelprijswinnaars lijkt me af te nemen, in ieder geval bij de exacte vakken. Bij literatuur zijn winnaars mensen die met hun oeuvre al de nodige faam hebben, en winnaars van de Nobelprijs voor vrede hebben doorgaans voor de toekenning met de zaak waarvoor ze vechten al de nodige aandacht in kranten en op televisie gehad.

Voor wat betreft duurzaamheid bedoel ik hoe lang een naam beklijft bij het publiek, en ik wil de stelling poneren dat hoe recenter de Nobelprijs is toegekend, des te sneller de naam in de vergetelheid zal raken.
Ik ga voor die duurzaamheid uit van actieve en passieve bekendheid, en probeer mezelf te testen. In het eerste geval vraag ik me af hoeveel Nobelprijswinnaars ik kan opnoemen in een bepaald vakgebied. Dat valt tegen! Slechts met natuurkundigen en chemici van voor de Tweede Wereldoorlog scoor ik goed, maar dat komt denk ik doordat aan hun namen doorgaans allerlei wetten, theorieën en constanten zijn verbonden die al op de middelbare school de revue passeren. Bij fysiologie mogen Watson en Crick natuurlijk niet ontbreken.

Bij passieve bekendheid gaat het erom of ik bij een willekeurige naam weet tot welk vakgebied die hoort (natuurkunde, scheikunde dan wel geneeskunde of fysiologie) en eventueel over welke ontdekking het gaat. Andersom kan natuurlijk een ontdekking worden genoemd, en moet daarop mij een of meer namen te binnen schieten. In beide gevallen stijgt de score, maar de stelling lijkt stand te houden.

Hoe zit dat bij u, o lezer. Heeft u een Nobeltic, of een geweldig geheugen voor wetenschapshistorie? Ik verklap hier verder niets aan namen, ontdekkingen en jaartallen, omdat ik de pret niet wil drukken van degene die met vrienden of familie wil nagaan of mijn stelling klopt. De echte crack noemt natuurlijk ook nog het bijbehorende jaartal!