Bij het woord roddelen hebben mensen vaak negatieve associaties. Dat gold ook voor sociaal-psycholoog Terence Dores Cruz, totdat zijn onderzoek een positieve kant van kletsen over anderen aan het licht bracht.

Roddelen lijkt essentieel voor ons sociale leven, stelt Terence Dores Cruz, sociaal-psycholoog aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. ‘Als we niet zouden roddelen, zouden we niet weten wie we kunnen vertrouwen en wie we moeten vermijden’, zegt hij.

Het is dus niet voor niets dat een groot deel van onze gesprekken over anderen gaan. ‘Uit ons onderzoek blijkt dat roddelen samenwerking tussen mensen kan bevorderen. Mensen gebruiken roddels namelijk om een reputatie van een persoon te vormen. Op basis hiervan bepalen ze hoe ze zich gedragen ten opzichte van die persoon. Het idee hierachter is dat roddelen ons helpt een sociaal netwerk te vormen van betrouwbare mensen die elkaar helpen. Iedereen die dat niet doet, hoort er niet bij en moet worden gemeden.’

Wanneer begint de lente?
LEES OOK

Wanneer begint de lente?

Sterrenkundejournalist Govert Schilling duikt in de vraag: wanneer begint de lente?

Kortom, roddelen is belangrijk?

‘Zeker! Je kan nou eenmaal niet iedereen de hele tijd observeren. Het is dus heel nuttig om informatie te delen en het met elkaar over anderen te hebben. Je moet er toch achter komen of iemand betrouwbaar is of niet.’

Een roddel hoeft dus niet per definitie negatief te zijn?

‘Een roddel kan negatief, neutraal of positief zijn. We zijn vaak geneigd te denken dat roddels grotendeels negatief zijn. Uit ons onderzoek blijkt dat dat niet per se zo is, het ligt een stuk genuanceerder. Zo bleek dat negatieve, neutrale en positieve roddels elk ongeveer een derde van de totale hoeveelheid roddels innamen.’

Hoe hebben jullie het onderzoek uitgevoerd?

‘We hebben een steekproef in de Nederlandse samenleving gedaan. Iedereen van boven de 18 jaar met een smartphone mocht meedoen. Eerst beantwoordden de proefpersonen vragen over hun sociale netwerk. Vervolgens kregen ze tien dagen lang, vier keer per dag een sms’je met de vraag of ze een roddel hadden ontvangen of hadden gedeeld. Als dat zo was, dan moesten ze daar een aantal vragen over beantwoorden: met en over wie, of het een positieve, negatieve of neutrale roddel was en hoe het hun beeld van degene waarover de roddel ging had beïnvloed.’

En dat verschilt van eerdere onderzoeken?

‘Ja. Voor die onderzoeken werd vooral gebruikgemaakt van observanten en opnameapparaatjes of vroegen de onderzoekers naar iemands herinneringen. Dat zijn lastige methodes om een compleet beeld van de situatie te krijgen. Wij bleven daarom zo dicht mogelijk bij het roddelmoment. Het idee is dan dat iemand zich de roddel beter herinnert, zonder hem te vervormen of te vergeten. Ook konden wij zo uitgebreidere informatie verzamelen. Een vragenlijst is nou eenmaal completer dan afluisteren.’

Terence Dores Cruz doet een promotieonderzoek naar roddelen aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Beeld: Peter Gerritsen.

Behalve dat roddelen een positief effect heeft op samenwerking, bleek ook dat mensen enorm geneigd zijn roddels te geloven.

‘Dat had ik ook niet verwacht. Twee derde van de proefpersonen gaf aan dat ze een roddel helemaal geloven, dus blijkbaar zijn mensen geneigd de informatie die ze van anderen ontvangen als geloofwaardig te zien.’

Zijn we dan zo goedgelovig?

‘Niet direct, ik denk dat er drie mogelijke verklaringen zijn. De eerste is dat de meeste dingen die mensen delen nou eenmaal waar zijn of een kern van waarheid bevatten. Het kan ook zijn dat mensen inderdaad goedgelovig zijn: je hoort iets en je gelooft het simpelweg. Dat hoeft niet per se iets slechts te zijn, want iets weten is beter dan niets. Een laatste optie is dat we het graag wíllen geloven, ofwel omdat we de mensen met wie we roddelen vertrouwen ofwel omdat de inhoud van de roddel aansluit bij wat je al weet. Als je iets goeds hoort van of over een goede vriend ben je nou eenmaal sneller geneigd het te geloven.’

Is roddelen eigenlijk uniek voor mensen, of doen dieren het ook?

‘Dat het vormen van reputaties leidt tot veranderingen in gedrag, dat zien we bij dieren ook. Dit gebeurt vaak op basis van observaties. Het delen van die reputatie met anderen door te roddelen zien we echt alleen bij mensen. Wij hebben natuurlijk taal tot onze beschikking om informatie te delen met elkaar. Ook hebben we de cognitieve capaciteiten die nodig zijn om verschillende reputaties te onthouden en daar een oordeel over te vormen. Het delen van al die informatie door te roddelen is echt uniek, en misschien ook wel karakteristiek, voor mensen.’

Voor eens en altijd, roddelen vrouwen nou echt meer dan mannen?

Lachend: ‘Dat wordt wel gezegd, ja. Helaas hebben wij daar niet naar kunnen kijken, omdat we geen gelijke genderverdeling in onze steekproef hadden. Wel zagen we dat als de ontvanger een roddel ontving van een vrouw, die roddel vaak net iets negatiever was en net iets vaker ging om normovertreding. Als we daarentegen de verzender onderzochten, dan zagen we geen enkel genderverschil in de inhoud, waardering of gevolgen van de roddel. Ik ben daar eigenlijk wel blij mee, dat we met ons onderzoek een beetje tegen het stereotype ingaan.’