Hoe komen wetenschappers tot dat ene inzicht dat het verloop van hun carrière bepaalt? Daarover vertellen ze in de rubriek Eureka, elk weekend in het AD, verzorgd door de redactie van New Scientist. Deze week: Renske Keizer, hoogleraar familiesociologie aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam (EUR).

‘Mijn proefschrift ging over de oorzaken en gevolgen van kinderloosheid. Toen ik de literatuur aan het bestuderen was, viel het me op dat het voornamelijk over vrouwen ging. De aanname was dat kinderloosheid voor een vrouw een veel grotere impact zou hebben dan voor een man. Maar wetenschappelijk onderzoek naar deze aanname ontbrak. Dat wekte mijn interesse. Het blijkt dat kinderloosheid voor een man even belangrijk en ingrijpend is, alleen op andere vlakken.

Doordat ik veel had gelezen over kinderloosheid, raakte ik ook in het omgekeerde geïnteresseerd: het doormaken van de transitie naar het ouderschap. Ook hier ging het in de literatuur voornamelijk over vrouwen. Toen ben ik onderzoek gaan doen naar de manieren waarop het ouderschap het leven van mannen beïnvloedt. En vervolgens ook hoe vaderschap de ontwikkeling van kinderen vormgeeft.

Geluiden uit de ruimte onthullen verborgen kosmische verschijnselen
LEES OOK

Geluiden uit de ruimte onthullen verborgen kosmische verschijnselen

Van micrometeoroïden die ruimtevaartuigen bombarderen tot bliksem op Saturnus: kosmische signalen omzetten in geluid kan tot opmerkelijke ontdekkinge ...

Twee werelden

In 2014 kreeg ik als universitair hoofddocent sociologie aan de EUR een deeltijdaanstelling als bijzonder-hoogleraar pedagogiek bij de Universiteit van Amsterdam. Ik kon me vanaf dat moment echt onderdompelen in een ander vakgebied. Meer dan ooit werd ik bewust van de meerwaarde van interdisciplinair onderzoek.

Dat leidde bij mij tot een waar eurekamoment. Als ik het vaderschap met een kwantitatieve sociologische bril bekijk, dan zijn we veelal geneigd om, aan de hand van grootschalige datasets, te kijken naar hoe vaak vaders bepaald gedrag vertonen. Met een pedagogische bril op, kijken we veel meer naar de kwaliteit van dat gedrag.

Omdat metingen van kwaliteit erg arbeidsintensief zijn, zijn steekproeven kleiner. Er is ook vaak, begrijpelijk, minder oog voor de bredere context. Mijn conclusie is dat het integreren van inzichten uit verschillende vakgebieden leidt tot een beter begrip.

Ook de gevolgen van de huidige corona-maatregelen voor het functioneren van gezinnen kan je alleen begrijpen door vanuit verschillende perspectieven te kijken.’