Brussel (België)- Toegepast chemisch en medisch onderzoek ontving 26 november de Descartesprijs 2001 voor Europees wetenschappelijk onderzoek. Ze delen een geldbedrag van één miljoen euro.


Het is nu helemaal het jaar van de stereochemische katalyse: na de Nobelprijs voor de grondleggers van dit onderzoek (zie ook N&T 12-2001), gaat de Descartesprijs onder andere naar recent onderzoek aan asymmetrische katalysatoren voor chemische productie onder leiding van dr Michael North van King’s College in Londen, Engeland. Het grootste deel van de Europese prijs, 700.000 euro, gaat echter naar een project aan HIV-remmers onder leiding van de Belgische Jan Balzarini en Erik de Clercq van het Rega-instituut aan de KU Leuven. Eind oktober werd net het eerste AIDS-medicijn dat door deze groep is ontwikkeld, Viread, op de Amerikaanse markt toegelaten.
Balzarini zegt ‘zeer gecharmeerd’ te zijn van het winnen. Het project, een samenwerking tussen teams uit zes landen (naast België, ook Tsjechië, Spanje, Wales, Italië en Zweden), is opgericht om op een snelle manier medicijnen te ontwikkelen tegen HIV (de veroorzaker van aids) en andere virussen. Zo bracht de Leuvense groep middelen op de markt voor cytomegalo- en herpesvirus. Het laatste succes, de HIV-remmer Viread, blokkeert het inbouwen van het virus-DNA in het genetisch materiaal van de menselijke cel en zo de vermenigvuldiging van het virus. Volgens Balzarini is het voordeel van dit medicijn de lage toxiciteit op lange termijn en de resistentie-ongevoeligheid. “Het is een tamelijk eenvoudig molecuul. Het bevat, naast de werkzame delen, weinig andere groepen. Hierdoor heeft het virus weinig aangrijpingpunten om resistentie tegen het medicijn te ontwikkelen.”

Netwerken
Katalyse-expert Michael North is vooral erg blij met zijn deel van de prijs omdat hij daardoor kan blijven samenwerken met zijn Russische en Armeense partners. “Deze toplaboratoria hebben grote geldproblemen sinds de omwenteling in de voormalige Sovjet-Unie. Nu kunnen we het onderzoek voortzetten.” Katalyse-onderzoek is volgens hem onmogelijk voor een enkele groep. “Er zijn meerdere disciplines nodig, die elkaar aanvullen.” In het project participeren verder groepen uit Frankrijk en Duitsland. De Descartesprijs is dan ook niet alleen een eerbetoon aan baanbrekend onderzoek, maar ook aan vergaande samenwerking.
De Europese Unie reikt de prijs dit jaar pas voor de tweede keer uit, maar de ambities zijn groots. “Descartes wordt een concurrent van Nobel”, hoopt Achilleas Mitsos, de Directeur-Generaal voor wetenschappelijk onderzoek van de EU. De Europese prijs is wel lastiger voor de jury, vindt John Maddox, oud-hoofdredacteur van Nature en jurylid. “Het Nobelcomité kiest een winnaar op een specifiek wetenschappelijk gebied. De Descartes-jury moet kiezen tussen alles, van chemie, aardwetenschappen en medicijnen tot sociologisch en economisch onderzoek.” Dit keer hebben vooral de toegepaste wetenschappen gewonnen. Maddox zou ook graag meer aandacht zien voor fundamenteel onderzoek.
De prijs is onderdeel van het EU-programma om de Europese research niet achter te laten lopen bij Japanse en Amerikaanse groepen. Volgens de EU-commissaris voor wetenschappelijk onderzoek Phillipe Busquin werpt het al zijn vruchten af. “We winnen al. Het bekroonde HIV-onderzoek is het beste ter wereld.”
De diversiteit van Europa vraagt om een andere aanpak dan Amerika, meent Busquin. “In Amerika bestaan ‘centers of excellence’ waar alle experts bij elkaar op een complex zitten. Wij in Europa ontwikkelen netwerken om de kennis bij elkaar te brengen. We stimuleren samenwerking tussen landen en laboratoria met verschillende aanpak maar met één visie.” Busquin streeft naar een, voor Europese begrippen bijna unieke flexibiliteit in het onderzoeksprogramma. Wetenschappers moeten de vrijheid krijgen zelf partners en onderzoeksdoelen vast te stellen. De Europese Unie zou als geldgever alleen wel op korte afstand in de gaten moeten houden of de euro’s goed worden besteed.
Sanne Deurloo