Een boorkern uit Svalbard laat zien dat er in 1907 een plotselinge toestroom van warm water naar de Noordpool was. Dit bewijst dat er een proces gaande is dat het wegsmelten van ijskappen aanjaagt.
Zout water uit de Atlantische Oceaan sijpelt mogelijk al sinds het begin van de twintigste eeuw het Noordpoolgebied binnen. Dat is een aantal decennia eerder dan hiervoor werd gedacht. Het Noordpoolgebied warmt sneller op dan ieder ander deel van de wereld. Door de toenemende invloed van water uit de Atlantische Oceaan, die gemiddeld warmer en zouter is dan de Noordelijke IJszee, gaat waarschijnlijk nog meer ijs verloren.
Dit effect staat bekend als ‘Atlantificatie’, zegt Tesi Tommaso, klimaatonderzoeker aan het Instituut voor Poolwetenschappen van de Italiaanse Nationale Onderzoeksraad. Het is lastig om dit te kwantificeren, omdat we van maar twintig jaar nauwkeurige gegevens over de interactie tussen deze wateren hebben, vertelt hij.
‘Nederland gaat heel anders worden’
Milieuwetenschapper Marjolijn Haasnoot ontwikkelt ingrijpende plannen om Nederland aan te passen aan de gevolgen van klimaatverandering.
Boorkern
Met zijn collega’s onderzocht Tommaso de Framstraat tussen Groenland en de Noorweegse archipel Svalbard in de Noordelijke IJszee. Ze haalden een 112 centimeter lange boorkern uit de bodem van een van de fjorden van Svalbard om de geschiedenis van de straat te reconstrueren. ‘Doordat de boorkern zich in de oceaan bevindt, reflecteert die de eigenschappen van het water’, zegt Tommaso.
De lagen in de kern corresponderen met de aarde die over de afgelopen 800 jaar op de bodem is neergeslagen. Deze lagen bevatten daardoor informatie over de tijd waaruit ze stammen. ‘Elke centimeter gaf ons informatie over het klimaat van ongeveer vier tot vijf jaar’, zegt Tommaso.
1907
Het team ontdekte dat in de eerste 700 jaar niets veranderde in de samenstelling van organisch materiaal in de aarde. Maar in monsters uit 1907 zagen ze een plotselinge verandering in de zuurstofisotopen in het organisch materiaal. ‘Deze verandering impliceert dat het water een stuk warmer en zouter werd’, zegt Tommaso.
Het team weet niet zeker wat de oorzaak van deze heftige verandering in temperatuur was. ‘Het kan een natuurlijke gebeurtenis zijn die zich vanuit meer zuidelijke regio’s verspreidde tot de poort van de Noordelijke IJszee’, zegt Tommaso. Volgens hem zijn meer data en simulaties nodig om een beter beeld te krijgen van wat de oorzaak van deze plotselinge verandering was.
‘Deze vroege Atlantificatie is belangrijk omdat die de Noordpool op voorhand al bevattelijker maakte voor de snellere verandering die we nu zien’, zegt Yueng-Djern Lenn, poolwetenschapper op de Bangor-Universiteit in het Verenigd Koninkrijk.
Het begrijpen van de geschiedenis van dit effect kan ons leren hoe het ecosysteem in de toekomst reageert, zegt Marie Porter, oceanograaf aan de Schotse Vereniging van Mariene Wetenschap. ‘Het proces van Atlantificatie van het gebied op de grens tussen de Atlantische Oceaan en de Noordelijke IJszee gaat door tijdens de klimaatverandering in dit postindustriële tijdperk.’