Greenbelt, Maryland (VS) – NASA-onderzoekers bevestigen dat atmosferische stromingen de temperatuur in de stratosfeer beïnvloeden. Dit heeft invloed op de afbraak van ozongas.


Door 22 jaar aan satellietgegevens te combineren bevestigden NASA-wetenschappers de invloed van Rossbygolven op de afbraak van ozongas. Rossbygolven zijn een soort atmosferische luchtstromen met een lengte van duizenden kilometers. Ze circuleren oostwaarts rond de Aarde in de atmosfeer. Gemiddeld draaien er twee of drie Rossbygolven rond. De onderzoekers ontdekten dat de sterkte van deze golven invloed heeft op het verdwijnen van ozongas uit de stratosfeer (de luchtlaag tussen tien en vijftig kilometer boven het aardoppervlak).
De Rossbygolven stijgen in het noordpoolgebied van de troposfeer (onderste atmosfeerlaag) naar de stratosfeer. Daar vallen ze uit elkaar en verwarmen daarbij het noordpoolgebied. Sterke Rossbygolven versterken de atmosferische luchtcirculaties en verwarmen de lucht. Zwakke golven verzwakken de circulaties juist en zorgen dus voor veel minder verwarming. Poolwolken vormen zich bij de lage temperaturen en gaan in de atmosfeer chemische reacties aan. Hierbij vermindert het ozongehalte in de stratosfeer. In deze atmosfeerlaag heeft het ozon echter de taak om ultraviolet licht te absorberen zodat dit niet te massaal op Aarde terechtkomt.
Zwakke Rossbygolven zorgen uiteindelijk voor lagere voorjaarstemperaturen op de noordpool. De temperatuur in maart is dus essentieel bij het begrijpen en voorspellen van ozonverlies. Er is een theorie dat broeikasgassen het aantal Rossbygolven verminderen. Daardoor zorgen zij er dus indirect voor dat er meer ultraviolet straling op Aarde komt. Deze theorie is, in tegenstelling tot de invloed van de Rossbygolven, nog niet bewezen.

Marijn Sandtke