Astronomen hebben voor het eerst een drievoudig stersysteem ontdekt met daarin een snel ronddraaiende neutronenster, ook wel een pulsar genoemd. Het systeem bestaat uit een millisecondepulsar waaromheen twee witte dwergsterren draaien. Wetenschappers willen het systeem gebruiken om de door Einstein voorspelde effecten van zwaartekrachtsinteracties te testen.
Astronoom Jason Boyles, verbonden aan de Western Kentucky University, ontdekte de pulsar binnen een grootschalig zoekprogramma naar pulsars met de Green Bank Telescope (GBT). Om de pulsar te kunnen gebruiken als ‘onderzoeksinstrument’ voor zwaartekracht, moesten astronomen zo veel mogelijk pulsen waarnemen. Daarvoor zijn verschillende waarnemingen gedaan met de GBT, de Arecibo radiotelescoop in Puerto Rico en de Nederlandse Westerbork Synthese Radiotelescoop.
‘Het was een indrukwekkende waarneemcampagne’, zegt Jason Hessels van het Nederlands Instituut voor Radioastronomie (ASTRON), die het observatieonderzoek met de Westerbork-telescoop leidde, in een persverklaring. ‘Een tijd lang hebben we de pulsar iedere dag waargenomen om te kunnen bepalen hoe hij rond de twee witte dwergen draait. Terwijl we honderden terabytes aan data verwerkten, hebben we ook een precisiemodel van het systeem gemaakt.’
Sterrenkundige Yamila Miguel: ‘Ik verbind onze kennis van het zonnestelsel met exoplanetenonderzoek’
Welke moleculen zweven er rond in de atmosferen van planeten rond verre sterren? En hoe ziet het binnenste van onze ‘eigen’ Jupiter eruit? Met die ...
De drie sterren draaien om elkaar heen in een baan die kleiner is dan die van de aarde rond de zon. Door die nauwe baan, in combinatie met het gegeven dat de drie sterren veel compacter zijn dan onze zon, kan de zwaartekracht in het systeem gemakkelijk worden bestudeerd. Met name het sterke equivalentieprincipe uit Einsteins algemene relativiteitstheorie kan op basis daarvan worden getoetst. Dat principe stelt dat het effect van zwaartekracht op een voorwerp niet afhankelijk is van de interne structuur van dat voorwerp.
De bevindingen van het internationale onderzoeksteam zijn gisteren gepubliceerd in de online editie van Nature.