Enkele minuten wegdommelen helpt bij het oplossen van een wiskundig raadsel. Deze benadering werd ook gebruikt door Thomas Edison en Salvador Dalí.

Wanneer zijn we op ons creatiefst? Volgens sommige mensen is dat het geval wanneer we langzaam in slaap vallen. Nu is er nieuw bewijs voor deze theorie. Uit onderzoek blijkt dat mensen een wiskundig raadsel beter doorgronden wanneer ze eventjes de eerste slaapfase betreden.

Als je in slaap valt, breng je een paar minuten door in een toestand genaamd hypnagogie of N1. Deze toestand gaat vaak gepaard met levendige dromen. Meestal zak je daarna weg in een diepe slaap, zodat je die dromen uit de eerste fase alweer bent vergeten wanneer je wakker wordt.

Simon van Gaal: ‘Te veel stress voor een topprestatie is niet goed, te weinig opwinding ook niet’
LEES OOK

Simon van Gaal: ‘Te veel stress voor een topprestatie is niet goed, te weinig opwinding ook niet’

Wetenschappers van de Universiteit van Amsterdam hebben in kaart gebracht wat de optimale stand van het brein is om zo goed m ...

Stalen ballen

De Amerikaanse uitvinder Thomas Edison benutte die eerste slaapfase wanneer hij met een moeilijk probleem kampte. Hij maakte zichzelf dan wakker voordat hij in een diepe slaap terechtkwam. Dat deed hij door al doezelend in beide handen een stalen bal vast te houden. Zodra hij het bewustzijn verloor, liet hij de ballen vallen, om vervolgens wakker te schrikken van het kabaal.

Ook de Spaanse kunstenaar Salvador Dalí maakte gebruik van de creatieve inzichten die deze toestand van halfslaap hem opleverde.

Simpele truc

Slaaponderzoeker Delphine Oudiette van het Instituut voor gezondheid en medisch onderzoek in Parijs is al een tijdlang gefascineerd door haar eigen ervaringen met hypnagogie. Ze besloot daarom de link met creativiteit objectief op de proef te stellen. Dat deed ze door mensen een wiskundig raadsel te geven (zie kader ‘Cijferrijen’ onderaan dit artikel).

De deelnemers aan het experiment kregen rijen van acht cijfers te zien en moesten daarop twee regels toepassen om het eindantwoord te verkrijgen. Ze kregen niet te horen dat ze met een simpele truc ook veel sneller op het juiste antwoord konden uitkomen.

Hersenactiviteit

In totaal bogen 103 mensen zich over de wiskundige taak. Na een tijdje kregen ze een pauze van 20 minuten. Daarbij werden ze aangemoedigd om weg te dommelen door in een verduisterde kamer met de ogen dicht op een ligstoel te liggen.

In lijn met Edisons techniek moesten de deelnemers al liggend een fles vasthouden. Wanneer ze in slaap vielen, werden ze gewekt door het geluid van de vallende fles. Ook hadden de deelnemers een kap met elektroden op hun hoofd. Zo konden de onderzoekers aan hun hersenactiviteit zien of ze inderdaad in slaap waren gevallen.

Na de pauze

24 mensen hadden tijdens hun pauze minstens één 30 seconden durende periode van N1-slaap. 14 mensen vervielen van N1 in een diepere slaapfase. De rest viel überhaupt niet in slaap.

16 deelnemers hadden de snelle truc al voor de pauze door. Die werden na de pauze uit het experiment verwijderd. De anderen bogen zich toen nogmaals over het wiskundige raadsel.

83 procent van de mensen die alleen de N1-fase hadden bereikt, wist de truc nu wel uit te vogelen. Bij de mensen die wakker waren gebleven was het succespercentage 31 procent, en bij de mensen die dieper in slaap waren gevallen slechts 14 procent.  

Slaap vast
Leestip: In Slaap vast legt Michael Mosley uit hoe slaapproblemen ontstaan en hoe je die kunt aanpakken. Verkrijgbaar in onze webshop

Creatieve sweet spot

Van de zestien mensen die de truc al voor de pauze kenden, vielen er slechts drie tijdens de pauze in slaap. Dat wijst erop dat mensen met aanleg voor wiskundige raadsels niet per se makkelijker in slaap vallen; iets wat anders ook het succes van de N1-slapers had kunnen verklaren.

Oudiette denkt dat de N1-slaapfase tot creatieve inzichten leidt, omdat het een toestand is halverwege wakkerheid en bewusteloosheid. ‘We kunnen dan dingen bestuderen, maar tegelijkertijd ook zinvolle patronen herkennen’, zegt ze. ‘Dat is een goede balans.’

Analyses van de hersenactiviteit ondersteunen dat idee. Tijdens de N1-slaapfase bleken de hersenen van de deelnemers een gemiddelde hoeveelheid alfagolven en een lage hoeveelheid deltagolven op te wekken. Volgens de onderzoekers creëren ze zo een ‘creatieve sweet spot’.

Nieuwe vorm van bewustzijn

Slaaponderzoeker Adam Haar Horowitz van het Massachusetts Institute of Technology in de Verenigde Staten vindt de onderzoeksresultaten spannend. Bovendien is er volgens hem gebruikgemaakt van een goedgedefinieerde creatieve taak. ‘Hypnagogie is echt een nieuwe vorm van bewustzijn die nog niet veel door mensen verkend is’, zegt hij.

Haar Horowitz heeft zelf het handapparaat Dormio ontwikkeld. Dat zorgt ervoor dat de drager van het apparaat wakker wordt zodra die de N1-fase betreedt.

Cijferrijen
De deelnemers aan het experiment kregen telkens een rij van acht cijfers te zien, bestaande uit de cijfers 1, 4 en 9. Bijvoorbeeld:
9 9 1 1 4 1 4 1
Ze moesten vervolgens zo snel mogelijk de oplossing vinden. Die oplossing kan worden verkregen door allereerst de eerste twee cijfers te vergelijken. Zijn die hetzelfde, dan noteer je dat cijfer. Zijn de eerste twee cijfers verschillend, dan noteer je het ontbrekende derde cijfer.
Het cijfer dat je noteert, vergelijk je vervolgens met het derde cijfer in de rij. Die vergelijking levert weer een antwoord op, op dezelfde manier als hierboven. Dat antwoord vergelijk je met het vierde cijfer in de rij, enzovoort. Als je alle cijfers gehad hebt, is het laatste cijfer dat je noteert het eindantwoord.
Zo kom je bij bovenstaande rij uit op het eindantwoord 4:

Wat de deelnemers niet werd verteld, was dat ze veel sneller bij de oplossing konden komen. De rijen waren namelijk zodanig opgesteld dat het eindantwoord altijd gelijk was aan het tweede antwoord. Je hoefde dus geen zeven, maar slechts twee stappen te doorlopen om de oplossing te vinden. De mensen die in de pauze een beetje waren weggedommeld, hadden veel meer kans om deze truc te ontdekken dan de anderen.