De flitser van een fototoestel is voldoende om nanobuizen in vlammen te laten uitbarsten. Dat ontdekte een student in de Amerikaanse onderzoeksgroep van Pulickel Ajayan toen hij onlangs een plaatje wilde schieten van dit materiaal.

De zelfontbranding treedt alleen op bij droge, pluizige kluitjes enkelwandige nanobuizen. Andere op koolstof gebaseerde materialen, zoals meerlaagse nanobuizen, buckyballen (C60) of roet vertonen dit gedrag niet.
Ajayan vermoedt dat de nanobuizen een grote hoeveelheid energie uit de flits in de vorm van warmte opnemen. Zijn de koolstofmoleculen dicht op elkaar gepakt, dan geven kruisende buizen de warmtegolf snel aan elkaar door. Bij een ‘luchtiger’ kluitje concentreert de warmte zich veel meer in individuele buizen. Naar schatting stijgt hun temperatuur daardoor tot boven de 1500ºC, dat is ruim boven de temperatuur die nodig is voor zelfontbranding.

Het nieuw ontdekte gedrag is wellicht geschikt voor de ontsteking op afstand van bijvoorbeeld explosieven, denkt Ajayan. De enige benodigdheden hiervoor zijn een paar handig geplaatste nanobuizen en een lichtbron.

‘Er is heel veel mis  met de p-waarde’
LEES OOK

‘Er is heel veel mis met de p-waarde’

De p-waarde is tegenintuïtief en wordt vaak onjuist gebruikt, stelt wiskundige Rianne de Heide. We moeten naar een alternatief.