Ann Arbor, Michigan (VS) – Een gen dat codeert voor een enzym bepaalt of iemand gevoelig is voor pijn.


Kleinzerige mensen hebben sinds kort een excuus. Een Amerikaanse onderzoeksgroep heeft ontdekt dat een gen bepaalt hoeveel pijn iemand voelt.
Het gevonden gen codeert voor het enzym catechol-O-methyltransferase (COMT). Dit enzym breekt de signaalstof dopamine af. De hoeveelheid dopamine in het zenuwstelsel bepaalt het gevoel van pijn: bij veel dopamine zal iemand veel pijn ervaren.
Van het enzym COMT zijn er twee versies, die slechts één aminozuur verschillen. De 'actieve' versie, met het aminozuur valine, breekt dopamine veel beter af dan de 'luie' versie die methionine bevat.
Het onderzoeksteam van Jon-Kar Zubieta aan de universiteit van Michigan deed een onderzoek met proefpersonen. Eerst kregen de proefpersonen een injectie van fysiologisch zout in hun kaakspier. Daarna volgden de onderzoekers gedurende twintig minuten de hoeveelheid dopamine in hersenen met een PET-scan. De proefpersonen gaven zelf ook aan hoeveel pijn zij voelden tijdens het experiment.
Uit het onderzoek bleek dat bij mensen die twee genen hebben die coderen voor de 'luie' versie, dopamine vier keer langzamer wordt afgebroken dan bij de 'helden' die twee actieve genen hebben. Deze 'watjes' voelden ook de meeste pijn tijdens het experiment. Met een beetje wangslijm zijn nu de watjes van de helden te onderscheiden.

Mariëtte Bliekendaal