Leiden en Utrecht (NL) – De meeste dikkedarmkankers vertonen mutaties in het APC-gen en afwijkingen van het aantal chromosomen. Nederlandse kankeronderzoekers leggen voor het eerst het moleculaire verband tussen beide.


In de Westerse landen is kanker van de dikke darm en de endeldarm de op één na meest voorkomende vorm van kanker. Het is ook de tweede belangrijkste aan kanker gerelateerde doodsoorzaak. De tumor manifesteert zich veelal als een knopvormig gezwel aan het oppervlak van het darmslijmvlies of op een poliep. Bij bijna alle vormen van dikkedarmkanker zijn er mutaties in het APC-gen (Adenomatous Polyposis Coli-gen). Tevens hebben de meeste tumorcellen een afwijking van het normale aantal chromosomen.
Ricardo Fodde van de Leids Universitair Medisch Centrum en Hans Clevers van het Universitair Medisch Centrum Utrecht leggen in het aprilnummer van het tijdschrift Nature Cell Biology een verband tussen de APC-mutaties en de chromosoomafwijkingen. Daarvoor moesten ze eerst de functie van het normale APC-eiwit achterhalen. Blijkbaar speelt APC een belangrijke rol bij de celdeling. Aan het begin van de deling maakt een cel van elk chromosoom een getrouwe kopie, waarna aan elke onafhankelijke dochtercel één kopie wordt toegewezen. Die herverdeling wordt uitgevoerd door een draderig organel dat voornamelijk bestaat uit zogenaamde microtubuli. Volgens het onderzoek van Fodde en Clevers bindt het normale APC-eiwit de beide identieke chromosoomkopieën aan de microtubuli, waarna die de chromosomen uit elkaar trekken en transporteren naar de twee tegenoverliggende zijden van de cel. Is het APC-eiwit niet aanwezig of kan kan het door een mutatie niet werken, dan worden de chromosomen niet evenredig verdeeld over de dochtercellen en ontstaan er afwijkingen in het aantal chromosomen.
Als er eenmaal een onevenwichtige verdeling ontstaat in het aantal chromosomen, raakt het mechanisme van groeiregulatie volledig verstoord. De fragiele stabiliteit tussen groeiremmende tumorsuppressorgenen en groeibevorderende proto-oncogenen raakt uit balans. De tumorcellen geven daarop ongeremd toe aan hun tomeloze drang naar groei en deling.

Peter Raeymaekers