De aanmaak van myeline, een belangrijke stof die bij de ziekte MS wordt afgebroken, is te herstellen door bepaalde eiwitten te onderdrukken. Dat hebben onderzoekers uit Hasselt en Maastricht aangetoond in proefdiermodellen. Het onderdrukken van diezelfde eiwitten kan ook alzheimerpatiënten helpen.


Multiple Sclerose (MS) is een aandoening die het centrale zenuwstelsel aantast. Hierbij raakt de isolatielaag om zenuwcellen in de oogzenuwen, het ruggenmerg en de hersenen beschadigd. Deze isolatielaag, die bestaat uit de vettige stof myeline, zorgt ervoor dat signalen snel en efficiënt van de ene naar de andere zenuwcel doorgegeven worden. Raakt die laag beschadigd, dan kan het zenuwstelsel prikkels niet goed doorgeven. Hierdoor kunnen MS-patiënten bijvoorbeeld last krijgen van vermoeidheid, krachtverlies en oogklachten.

‘Bij MS valt het afweersysteem de isolatielaag aan. Als die niet kan herstellen, kunnen de zenuwen uiteindelijk zelfs afsterven’, vertelt de bij het onderzoek betrokken neurowetenschapper Tim Vanmierlo van de Universiteit Hasselt.

Zullen we ooit zelf een optimaal microbioom kunnen ontwerpen?
LEES OOK

Zullen we ooit zelf een optimaal microbioom kunnen ontwerpen?

Je microbioom optimaliseren is zo eenvoudig nog niet.

De wetenschappers onderzoeken een stofje dat de werking onderdrukt van specifieke eiwitten die de aanmaak van myeline verminderen. Zo kan de beschadigde isolatielaag van de zenuwcellen zich weer herstellen.

Misselijke muizen

Hoogleraar Jos Prickaerts van de Universiteit Maastricht toonde eerder al aan dezelfde eiwitten een rol spelen bij de cognitieproblemen van alzheimerpatiënten. Hij onderzoekt hoe het onderdrukken van deze eiwitten de cognitie van deze patiënten kan verbeteren.

‘Zowel bij alzheimer als bij MS zijn er cognitieve problemen’, zegt Vanmierlo. ‘Bij MS denk je daar meestal niet aan; toch hebben veel MS-patiënten er last van.’ Bij MS hangen deze klachten af van de plek in het zenuwstelsel waar de myelineschade optreedt.

Voor hun onderzoek gebruikten de wetenschappers eerst een stofje dat een grote groep eiwitten onderdrukt. Dit medicijn wordt onder de naam roflumilast ingezet tegen de chronische longaandoening COPD. Dit medicijn bleek in proefdieren te helpen bij verbetering van geheugen in modellen voor alzheimer en MS.

Voor alzheimerpatiënten lijkt een lage dosering voldoende om het geheugen te verbeteren. Omdat roflumilast al verkrijgbaar en dus getest is, wordt er nu een studie gestart in Maastricht met patiënten in een voorstadium van alzheimer.

Voor MS blijkt echter een dusdanig hoge dosering van het medicijn nodig dat er bijwerkingen optreden. ‘De muizen leken bijvoorbeeld misselijk te worden’, zegt Vanmierlo. ‘Daarom kijken we nu naar een stofje dat niet een grote groep, maar een kleinere klasse eiwitten onderdrukt. Ook deze tests met muizen waren positief voor geheugen en herstel van myeline zonder bijwerkingen.’

UHasselt-onderzoekers Tim Vanmierlo en Lize Piccart.

Progressieve MS

Bij ongeveer 80 procent van de MS-patiënten begint de ziekte met een turbulente periode die tien tot vijftien jaar duurt. Daarin zijn er momenten met een heftige afweerreactie waarbij myeline wordt aangetast. ‘Voor die eerste, turbulente periode bestaat er goedwerkende medicatie’, zegt Vanmierlo. Maar ongeveer 50 procent van de patiënten blijft er last van hebben en krijgt te maken met een volgende fase waarbij de schade aan de zenuwcellen niet meer herstelt. ‘Het medicijn dat wij proberen te ontwikkelen, is voor patiënten in die tweede fase, met zogeheten progressieve MS.’

Het stofje zou dan kunnen helpen om de beschadigde isolatielagen te herstellen, als het lichaam dat uit zichzelf niet meer kan. Zo onderdrukt het klachten en remt het de achteruitgang. ‘Maar zenuwcellen die al afgestorven zijn, kun je er niet mee herstellen. Het stofje geneest MS dus niet’, zegt Vanmierlo.

Nu de tests bij proefdieren succesvol zijn gebleken, gaan de onderzoekers zich voorbereiden op onderzoek bij mensen. ‘Eerst kijken we via gestandaardiseerde tests of het stofje ook bij mensen in de hersenen kan komen en daar werkt zonder heftige bijwerkingen’, zegt Vanmierlo.

Om het eventueel verder te ontwikkelen tot een medicijn, zullen de onderzoekers samenwerken met het Belgische biotechbedrijf Rewind Therapeutics. Vanmierlo: ‘Zelfs als alles goed gaat, zal het nog zeker vijf tot tien jaar duren voordat het verkrijgbaar is.’

Nog geen publicatie

‘Omdat er geen publicatie ligt, kan ik dit onderzoek nog niet beoordelen. Het gebruik van verschillende eiwitonderdrukkende stoffen is al vaak getest in MS maar zonder succes, zoals de onderzoekers ook aangeven in hun overzichtsartikel‘, zegt neurobioloog Mark Verheijen van de Vrije Universiteit in Amsterdam. Uit de publicatie zal volgens Verheijen moeten blijken of er een stof gevonden is die beter werkt (in proefdieren) dan de huidige stoffen.