Vier van de vijf keizerspinguïnkolonies in de Bellingshausenzee bij Antarctica hebben zich helemaal niet kunnen voortplanten in 2022. Dat kwam door een recordkrimp van het zee-ijs.
Het grootschalige verlies van zee-ijs heeft vorig jaar massa’s keizerspinguïnkuikens de kop gekost op Antarctica. Dit grote verlies aan jong leven voorspelt dat de grootste pinguïn ter wereld met rasse schreden richting uitsterven waggelt.
In tegenstelling tot andere pinguïnsoorten planten keizerspinguïns (Aptenodytes forsteri) zich voort op zee-ijs en niet op het vasteland. De mannetjes broeden de eieren uit rond augustus, tijdens de winter van het zuidelijk halfrond. De pluizige grijze kuikens hebben tot december stevig zee-ijs nodig. Tot die tijd beschikken ze nog niet over een waterdicht verenkleed of genoeg spierkracht om te kunnen zwemmen. Als de kuikens in het water terecht komen voor ze eigenlijk het nest kunnen verlaten, verdrinken ze of vriezen ze dood.
Het darmmicrobioom en chronische ziekten
Het microbioom wordt in verband gebracht met ziekten zoals alzheimer, diabetes en het chronischevermoeidheidssyndroom.
Slagveld
Het zee-ijs rond Antarctica heeft sinds mensenheugenis nooit eerder zo’n klein oppervlak gehad als in februari 2023. Eind 2022 begon een groot deel van het ijs al weg te breken. Hierdoor verloren vier van de vijf keizerspinguïnkolonies al hun kuikens in de zwaar getroffen centrale en oostelijke delen van de Bellingshausenzee. Geen enkel kuiken van de getroffen kolonies overleefde de smeltramp, volgens onderzoek van bioloog Peter Fretwell van het British Antarctic Survey en collega’s, gepubliceerd in Nature.
Het team hield de keizerspinguïns in de gaten door via satellietbeelden te kijken naar pinguïnpoep, ook wel guano genoemd. Keizerspinguïns staan meestal dicht tegen elkaar aan, en schuifelen langzaam rond om warm te blijven tijdens de extreem lage perioden, waarbij het wel 60 graden Celsius kan vriezen.
De sporen van guano die de pinguïns hierbij achterlaten steken bruin af tegen het witte ijs, waardoor het vanuit de ruimte te zien is. Zodra een kolonie is gevonden, kunnen de onderzoekers de individuele pinguïns tellen met behulp van satellietbeelden met hoge resolutie.
Verscheurde families
Een van de bestudeerde kolonies, op Smyley-eiland, wordt al sinds 2009 in de gaten gehouden en vormt de thuishaven voor ruim 3500 broedende paren keizerspinguïns, elk met een kuiken. Het zee-ijs rondom het eiland is altijd intact gebleven tot op zijn minst vroeg december. Maar in 2022 brak het zee-ijs al halverwege november, wat de pinguïns tot een vervroegd vertrek dwong. De kolonie werd verlaten. De meeste, mogelijk zelfs alle, kuikens bleven hierbij achter en stierven.
De studie heeft alleen het gebied rondom de Bellingshausenzee onder de loep genomen. Maar het team houdt ook andere kolonies in de gaten. Zo hebben ze gezien dat 19 van de 62 bekende keizerspinguïnkolonies op Antarctica last hadden van het brekende en smeltende zee-ijs. Dat speelde net vóór of tijdens de periode waarin de pinguïnkuikens het nest kunnen verlaten. Op zijn minst een deel van de kuikens op het opbrekende zee-ijs heeft het niet gered, aldus Fretwell. ‘Dat is veel meer dan we ooit eerder hebben gezien’, zegt hij. ‘Het is echt een tragedie, maar er gaat ook een soort lugubere fascinatie mee gepaard. Alsof je naar een auto-ongeluk staat te kijken.’
Alarmbellen
De waarnemingen bevestigen de voorspelling dat in 2100 zo’n 90 procent van de keizerspinguïnkolonies verdwenen zullen zijn, of in ieder geval onherstelbaar hard achteruit zijn gegaan. Tenminste, als de huidige snelheid van de opwarming van de aarde in stand blijft. Kolonies verliezen wel vaker veel kuikens door storm of harde wind die het zee-ijs doet opbreken. Maar dit is de eerste keer dat kuikens massaal niet volwassen kunnen worden door toedoen van krimpend ijs.
‘Elk jaar zijn er kuikens die het niet redden, maar dat geen enkel kuiken in een gebied het redt, dat is niet normaal’, zegt bioloog Tom Hart van de Oxford Brookes universiteit in het Verenigd Koninkrijk. ‘Gaat dit de gehele populatie keizerspinguïns beïnvloeden? Dat hangt er echt vanaf hoe vaak dit gebeurt.’
‘De alarmbellen gaan zeker af’, zegt mariene bioloog Rory Wilson van de Swansea universiteit in het VK. ‘Als dit fenomeen een veelvoorkomende gebeurtenis wordt, hoe gaan de pinguïns daar dan op reageren? Dat is de grote vraag, want om het te kunnen redden moeten ze dit als groep gaan oplossen.’