Tucson, Arizona (VS) – Een ooggetuigenverslag uit het Middeleeuwse Canterbury van een hels schouwspel op de Maan heeft geen relatie met de enorme maankrater Giardino Bruno.


Een uur na zonsondergang op 18 juni 1178 zagen vijf mensen een vreemd fenomeen aan de nachtelijke hemel. De bovenzijde van de Maan spleet in tweeën. 'Vanuit het midden van de scheiding kwam een vlammende toorts, die vuur, hete kolen en vonken uitbraakte. Het maanlichaam daaronder kronkelde als een gewonde slang.'

In 1976 lanceerde een geoloog het idee dat deze waarneming sloeg op een inslag van een grote meteoriet op de Maan. Daarbij zou de krater Giardino Bruno, met een doorsnede van een tot tien kilometer, zijn ontstaan. Volgens Paul Withers, een student aan het Lunar and Planetary Laboratory van de universiteit van Arizona, klopt deze theorie niet. Bij zo'n inslag zou de Aarde wel een weeklang zijn getroffen door een regen van meteorieten, maar in geen enkele archieven van oude beschavingen wordt zo'n natuurverschijnsel genoemd. Een dergelijke regen, waarbij tien miljoen ton gesteente in de vorm van kleine fragmenten de atmosfeer binnendringt, is zo spectaculair dat veel meer 12e-eeuwse aardbewoners het moeten hebben gezien en beschreven.
Withers heeft een alternatieve verklaring voor wat de middeleeuwse Britten zagen. Hij denkt dat de vijf mensen precies op de goede plek stonden om een meteoor te zien die precies tussen hen en de Maan in de atmosfeer binnendrong. Daarbij verbrandde de meteoor op spectaculaire wijze, en leek het ogenschijnlijk alsof de daarachtergelegen Maan door een hels vuur werd getroffen. Dat er geen andere ooggetuigenverklaringen bekend zijn, ondersteunt deze theorie.

Erick Vermeulen