Veel boeren zagen hun oogst dit jaar verloren gaan door de vele regen. Maar natte landbouwgrond biedt ook nieuwe kansen.

het-planten-van-een-lisdodde
Het planten van lisdodde. Foto: Radboud Universiteit Nijmegen

De landbouw in de lage landen is gebaseerd op enorme drainage van gronden. Dat leidt tot bodemdaling, met name in veengebieden. ‘Als je een eeuw geleden met de trein naar Amsterdam reed, zat je een stuk hoger. Moeilijk voor te stellen dat onze voorouders op veengebieden een paar meter hoger leefden dan wij,’ zegt Leon Lamers, hoogleraar aquatische ecologie van de Radboud Universiteit in Nijmegen.

‘Verdere bodemdaling los je grotendeels op door het waterpeil te verhogen. Maar dan moet er wel een alternatief verdienmodel zijn voor de boeren. We zoeken naar manieren om natte landbouw, in jargon paludicultuur, met daarbij horende gewassen rendabel te maken.’

Het darmmicrobioom en chronische ziekten
LEES OOK

Het darmmicrobioom en chronische ziekten

Het microbioom wordt in verband gebracht met ziekten zoals alzheimer, diabetes en het chronischevermoeidheidssyndroom.

‘Een hectare ontwaterde veengrond stoot 20 tot 25 ton kooldioxide (CO2) uit per jaar. Dat staat gelijk aan de emissie van drie rondjes om de aarde met een auto,’ berekent Lamers. Alleen al in Nederland stoten de veengronden de helft uit van alle broeikasgassen door de landbouw, terwijl ze slechts een tiende van het landbouwareaal uitmaken.

Vermesting

Door landbouwgronden op veen weer te vernatten kan koolstof zich niet binden aan zuurstof en ontsnapt daardoor niet naar de lucht als kooldioxide. Het blijft in de bodem. Gemiddeld wordt door de natte landbouw de helft minder koolstof uitgestoten vergeleken met gangbare landbouw. Kampioen zijn elzen en veenmos, met vrijwel geen emissie doordat ze slecht afbreken en daarmee veen vormen. Daarna volgen lisdodde en riet.

Vernatting leidt evenwel ook tot het oplossen van ijzerfosfaat, waardoor het opgehoopte fosfaat massaal vrijkomt uit de bodem. ‘En dat leidt tot vermesting van het oppervlaktewater,’ zegt Lamers. ‘Dat is te voorkomen door alle nutriënten te gebruiken binnen een buffer tussen landbouwgebied en natuurterrein.’

‘Deze vorm van landbouw kan toegepast worden in combinatie met waterberging. Ons wateroverlastprobleem komt vooral door het verlies van moerassen, die vroeger als sponzen werkten rond plekken voor waterafvoer.’

Een kansrijk nieuw gewas is bijvoorbeeld kroosvaren. ‘Dat kan worden gebruikt als veevoer en groenbemester op het land. Ook kunnen er hoogwaardige eiwitten voor de voedingsindustrie uit worden gehaald.’

De onderzoekers experimenteren verder met lisdodde. Onder meer in het Friese project Better wetter (vertaald: beter natter) in natuurgebied het Buitenveld bij Hardegarijp. ‘Lisdodde bevat veel luchtweefsel, waardoor het prima geschikt is om isolerend plaatmateriaal voor de bouw van te maken.’

Bij Ilperveld, ten noorden van Amsterdam, wordt in het project Omhoog met het veen al drie jaar veenmos verbouwd op een voormalige veenweide die natter is gezet als natuurcompensatie. ‘Bedoeling is dat het veen weer gaat groeien, vandaar de projectnaam.’

Natte voeten

Veenmos kan ook worden toegepast als bodem voor de teelt van orchideeën, tomaten en paprika. Natte teelt kan vooral in het begin niet zonder subsidies, erkent Lamers. Maar wat vergeten wordt, is dat de gangbare landbouw ook gesubsidieerd is. En veel kosten worden onder de mat geschoven.

Lamers: ‘Het gaat jaarlijks om miljarden euro’s. Verborgen kosten die niet worden meegenomen door de politiek. Denk maar aan het extra pompen om te voorkomen dat we natte voeten krijgen, versterking van dijken die verzakken en huizen en wegen die ernstige schade oplopen door bodemdaling. Voor een eerlijke vergelijking zou je daar rekening mee moeten houden. Dan wordt paludicultuur economisch al een stuk aantrekkelijker.’

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.

Lees verder: